Rechter fluit 'bijklussende' gemeenten terug

31 december 2018 | Door redactie

Overheden mogen van de wet niet oneerlijk concurreren met ondernemingen, zoals door een dienst onder de kostprijs aan te bieden. Dat mag alleen als dat nodig is vanwege het 'algemeen belang'. Maar dat is geen vrijblijvend etiket. Zo’n besluit moet wel goed onderbouwd zijn, oordeelt de rechter, die twee gemeentes daarom terugfloot.

Voor overheden die bijvoorbeeld een parkeergarage, sportkantine of theater gaan exploiteren, gelden een aantal gedragsregels. Die zijn vastgelegd in de Wet markt en overheid. Zo mogen overheden niet onder de kostprijs werken of bijvoorbeeld een overheidsbedrijf een lening geven tegen een hele lage rente.

Lagere parkeertarieven vanwege ‘algemeen belang’

Er geldt is wel één uitzondering. Als de activiteiten onder het ‘algemeen belang’ vallen, gelden de gedragsregels niet. Vanuit ondernemershoek komt geregeld de kritiek dat overheden veel te vaak gebruikmaken van dit achterdeurtje.
Zo boog de rechter zich over een klacht van een Q-park, een uitbater van parkeergarages. Die vond dat de gemeente Hengelo oneerlijk concurreerde met een parkeergarage die de gemeente zelf runde. De tarieven van die garage zouden namelijk ruim onder de kostprijs liggen. Volgens de gemeente was het algemeen belang gediend met die lagere tarieven. Want dat zou leiden tot minder ‘foutparkeerders’ en de plaatselijke winkeliers zouden er ook van profiteren. Q-park bracht daar tegenin dat niet bleek dat het algemeen belang gediend was en ook dat helemaal niet onderzocht was of een zodanig laag tarief wel nodig was.

Gemeente moet meer onderzoek doen naar schade

De zaak belandde bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Die stelde vast dat als een gemeente iets onder het algemeen belang wil scharen, die gemeente eerst onderzoek moet doen naar de ‘relevante feiten en af te wegen belangen’. Het CBb vond kort gezegd dat het tarief wel door de beugel kon. Het verschil was ook niet zo groot dat automobilisten andere parkeergarages zouden gaan mijden.
Maar Hengelo had niet voldoende aangetoond dat de gemeentelijke garage nodig was om de parkeerstromen in goede banen te leiden. Ook was er te weinig onderzoek gedaan naar de gevolgen voor Q-park. Het CBb gaf de gemeente de kans om deze informatie alsnog te verzamelen en droeg de gemeente op om binnen vier maanden een nieuw besluit te nemen. Mocht de gemeente erbij blijven dat het algemeen belang gediend is, dan moest de gemeente uitzoeken of er niet enige vorm van compensatie zou moeten komen voor Q-park.

Tik op de vingers om laag tarief lighaven

Tot een soortgelijke conclusie kwam het CBb in een zaak tussen een particuliere jachthaven en de gemeente Zeewolde, die zelf ook een lighaven exploiteerde. Het college stelde dat de gemeente te weinig onderzoek had gedaan naar de schade aan belangen van anderen door het ligtarief onder de kostprijs te zetten. Ook Zeewolde kreeg vier maanden de tijd om een nieuw besluit te nemen.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 18 december 2018, ECLI (verkort): 660 en 661