Volgens cijfers van TNO gaf 20% van de werknemers in 2017 werkstress op als reden van verzuim. In 2015 was dit nog 16%. Bestuurders zijn verplicht om maatregelen te nemen tegen werkstress in hun organisatie. Ook de ondernemingsraad (OR) heeft een taak om werkstress bij de achterban tegen te gaan.
De bestuurder moet beleid voeren op zo veilig en gezond mogelijke arbeidsomstandigheden. Hij moet hierbij beleid opstellen en uitvoeren om werkstress tegen te gaan. Werkstress is expliciet in de Arbowet opgenomen als arbeidsrisico (artikel 1, lid 3e Arbowet). De Arbowet rekent werkdruk tot psychosociale arbeidsbelasting (PSA) (tools). De andere vormen van PSA zijn:
Het arbobeleid is de verantwoordelijkheid van de bestuurder. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de Arbowet geven de OR echter ook een taak bij het tegengaan van werkstress bij de werknemers.
De OR doet er goed aan om eerst de achterban te raadplegen in hoeverre werkdruk een probleem is. Dit kan de OR doen in een bijeenkomst met de werknemers (artikel 17, lid 1 WOR). Ook kan de OR op werkbezoek bij de verschillende afdelingen. Zo krijgt de OR een indruk van de sfeer, de belasting van het werk en de tijdsdruk in de organisatie. Verder kan de OR de resultaten van het onderzoek naar medewerkerstevredenheid raadplegen, als de organisatie dit heeft. Over de inhoud van het onderzoek heeft de OR overigens instemmingsrecht (artikel 27, lid 1d WOR). Als uit de verzamelde informatie blijkt dat de bestuurder werkstress onvoldoende aandacht geeft, kan de OR op basis van artikel 23 van de WOR OR agendapunten inbrengen in de overlegvergadering met de bestuurder. Ditzelfde artikel geeft de OR het recht voorstellen te doen om werkstress tegen te gaan.
Bij het voeren van het arbobeleid moet de bestuurder de risico’s van het werk bepalen in een risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E). Hierin moet hij ook de risico’s op werkstress opnemen. Onderdeel van de RI&E is een plan van aanpak met maatregelen die de arbeidsrisico’s tegengaan. De OR moet toezien op de naleving van de regels op arbogebied (artikel 28, lid 1 WOR). Bovendien geeft de WOR de OR instemmingsrecht op het arbobeleid van de bestuurder (artikel 27, lid 1d WOR) en dus ook op de RI&E. Voordat de bestuurder de RI&E kan vaststellen, moet hij de OR schriftelijk om instemming vragen. Tijdens het overleg van bestuurder en OR over de RI&E kan de OR vragen stellen. Ook kan de OR voorstellen doen om de RI&E te verbeteren. In de voorbereiding voor het overleg kan de OR een externe deskundige inschakelen (artikel 16 WOR).