Prinsjesdag 2021 komt er weer aan. Op de 21e september is het zover. Het kabinet zal weer met een flinke hoeveelheid plannen komen waarvan het de bedoeling is dat die in de jaren hierna in werking treden. Maar wat is er eigenlijk terechtgekomen van de plannen van Prinsjesdag 2020?
Ook dit jaar zal er geen ‘normale’ Prinsjesdag zijn. De glazen koets blijft nog een jaartje langer in de stalling en de koning leest de troonrede weer voor in de Haagse Grote Kerk in plaats van in de Ridderzaal. Maar één ding blijft zeker normaal: er zal weer een flinke hoeveelheid aan kabinetsplannen naar buiten komen. In de aanloop daar naartoe kan het geen kwaad om even terug te blikken naar vorig jaar: hoe is het afgelopen met de fiscale plannen die in 2020 uit het koffertje kwamen?
Van de Prinsjesdagplannen die het kabinet vorig jaar heeft aangekondigd, zijn de meeste ook op 1 januari 2021 in werking getreden. Het gaat dan om de volgende aanpassingen (ook via latere amendementen):
Het plan om de betalingskorting voor de VPB op te heffen is doorgeschoven naar 1 januari 2023 (in plaats van 1 januari 2021). De onbeperkte verliesverrekening in de VPB gaat op 1 januari 2022 van start. De datum van de afschaffing van de Regeling verlaagd tarief in de energiebelasting is verschoven van 1 januari 2021 naar 1 april 2021.
Er is ook een plan gesneuveld. Zo is de baangerelateerde investeringskorting (BIK) door de discussie of dit wel of niet geoorloofde staatssteun was met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 ingetrokken. Het al gereserveerde budget voor de BIK zet het kabinet in voor een verlaging van de Awf-premie in 2021.
Het programma van Prinsjesdag 2021 en wat u van Rendement kunt verwachten is hier (infographic) te vinden.