Als een ondernemer BTW heeft betaald in andere EU-landen kan hij deze terugvragen via een verzoek bij de Belastingdienst. Gaat het daarbij om buitenlandse BTW over 2022, dan moet hij dit wel voor 1 oktober 2023 doen. Wacht met terugvragen niet tot de laatste dag van 30 september. Door de vele verzoeken op die dag kan het portaal overbelast raken en het verzoek te laat binnenkomen. Het verzoek kan dan geweigerd worden.
Heeft een BTW-ondernemer in een ander EU-land BTW betaald, dan mag hij die niet in aftrek brengen in zijn aangifte voor de BTW. Deze buitenlandse BTW kan hij echter terugvragen, maar dan moet hij wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
Om de BTW over 2022 terug te krijgen, moet de ondernemer uiterlijk vóór 1 oktober 2023 een verzoek tot teruggaaf indienen bij de Nederlandse Belastingdienst via het portaal ‘Teruggaaf van BTW uit andere EU-landen’. Maak hierbij gebruik van de Vereisten en toelichting bij het verzoek om teruggaaf BTW uit andere EU-landen. De Belastingdienst stuurt het verzoek dan door naar de belastingdienst in het EU-land waar de ondernemer BTW terugvraagt.
Uit de praktijk blijkt dat veel ondernemers op 30 september nog even snel hun teruggaaf indienen bij de Belastingdienst. Hierdoor kan het zijn dat het portaal overbelast raakt en dat de aanvraag pas na 30 september bij de fiscus binnenkomt. Het verzoek kan dan niet in behandeling worden genomen omdat het te laat is ingediend. De teruggaaf volgt dan dus ook niet. Om dit te voorkomen adviseert de fiscus om het BTW-verzoek zo snel mogelijk te doen. Hierdoor komen de aanvragen gespreid binnen en kan de Belastingdienst deze op tijd doorzetten.