Als een BTW-ondernemer erachter komt dat hij een fout heeft gemaakt in zijn BTW-aangifte moet hij deze natuurlijk zo snel mogelijk corrigeren. Is het te corrigeren bedrag hoger dan € 1.000 dan moet hij dit via een suppletieaangifte BTW doen. Zorg er daarbij altijd voor dat de suppletie bij de Belastingdienst binnen is voor de indiening van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting van het betreffende jaar om een boete te voorkomen.
Een BTW-ondernemer die ontdekt dat in de laatste 5 jaar te veel of te weinig BTW is aangegeven en afgedragen, moet hij dit zo spoedig mogelijk corrigeren. Gaat het hierbij om een te betalen of te ontvangen bedrag van meer dan € 1.000 dan is hij wettelijk verplicht om een suppletieaangifte (infographic) in te dienen. Deze moet hij indienen over het tijdvak waarin de oorspronkelijke aangifte onjuist of onvolledig is geweest. Gaat het om correcties lager dan € 1.000, dan mag BTW-ondernemer die in de eerstvolgende BTW-aangifte (toolbox) meenemen.
Het indienen van een suppletieaangifte is dus niet nodig als:
Als nu bij het opmaken van de jaarstukken over 2023 blijkt dat er over 2023 of eerdere jaren te weinig BTW door de ondernemer is aangegeven en betaald, en daarvoor wordt een balanspost opgenomen, dan moet direct een BTW-suppletie worden ingediend. Deze moet in ieder geval bij de Belastingdienst binnen zijn voordat de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over 2023 bij de Belastingdienst wordt ingediend. Gebeurt dit later dan is er geen sprake van een vrijwillige verbetering en kan de fiscus een vergrijpboete opleggen.
Er kan wel een verzuimboete worden opgelegd door de fiscus bij een vrijwillige verbetering maar deze blijft achterwege als: