Dga moet opvolger goed doorlichten

26 september 2016 | Door redactie

Een verkopende directeur-grootaandeelhouder (dga) kan aansprakelijk worden gesteld voor schulden die door de opvolgende bestuurder zijn gemaakt, als hij niet voldoende onderzoek doet naar de achtergrond van zijn opvolger. Dit heeft Gerechtshof Amsterdam onlangs bepaald.

Volgens het gerechtshof had de verkopende in deze zaak nagelaten om de onderzoeken of de nieuwe dga voldoende bekwaam was en goede bedoelingen had. De bv ging na een half jaar na de overdracht al failliet (tools). De administratie was niet goed bijgehouden en de curator stelde de nieuwe dga aansprakelijk wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur. Aangezien dit een belangrijke oorzaak was van het faillissement, werd ook de vorige dga aansprakelijk gesteld. De curator stelde namelijk dat de verkopende dga te weinig had gedaan om die oorzaak te voorkomen. Volgens het hof was dit een onbehoorlijke taakvervulling van de dga.

Onderzoek naar bedoelingen opvolgende dga

Het hof oordeelde dat een dga ook de belangen van de crediteuren van zijn bv voldoende in het oog moet houden als hij de aandelen van zijn bv verkoopt. Dit hield volgens het hof onder meer in dat de dga toch enig onderzoek had moeten doen naar de zakelijke achtergrond en de persoonlijke integriteit van de kopende partij. Aangezien hij dit had nagelaten, was er sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur (tool). Had hij dit onderzoek namelijk wel gedaan, dan was hij erachter gekomen dat de opkopende partij in het verleden al vaker betrokken was geweest bij faillissementen waar een luchtje aan zat. De verkopende dga draaide dus ook op voor schulden.
Gerechtshof Amsterdam, 26 juli 2016, ECLI (verkort): 3235