Handhaving op UBO-register ‘risicogebaseerd’

4 april 2022 | Door redactie

Het lijkt erop dat de handhaving op een ontbrekende inschrijving in het UBO-register nu eerst ‘risicogebaseerd’ zal plaatsvinden. Dus alleen daar waar handhavers de meeste risico’s zien. Daarmee zal het dan waarschijnlijk niet direct boetes regenen, ondanks dat een groot deel van de ondernemingen de deadline voor registratie niet heeft gehaald.

De deadline voor het inschrijven van ‘ultimate beneficial owners’ (UBO’s) in het register was 27 maart 2022. Althans, voor ondernemingen die bij de start van het UBO-register (infographic) al bestonden. Nieuw opgerichte vennootschappen moeten namelijk al direct bij de inschrijving in het Handelsregister een UBO opgeven (zie ook het bericht: Wanneer is iemand een UBO?) Ontbreekt de inschrijving, dan kan dat uiteindelijk leiden tot boetes.

Europees Hof buigt zich nog over UBO-register

Het is vrij aannemelijk dat veruit de meeste ondernemingen de deadline niet hebben gehaald. Het ministerie van Financiën schat namelijk in dat zo’n 40 à 45% van de registratieplichtigen op 27 maart 2022 de UBO-informatie heeft doorgegeven.
Een deel van de ondernemingen heeft waarschijnlijk gewacht of er toch geen uitstel van de deadline zou komen. Op het register is al sinds de start veel kritiek, onder meer van familiebedrijven die vrezen voor hun privacy. Een deel van de gegevens in het UBO-register is namelijk voor iedereen op te vragen. Over de geldigheid van het UBO-register loopt bovendien op Europees niveau nog een rechtszaak. Het Europese Hof van Justitie komt naar verwachting rond de zomer met een oordeel over het register. Ondernemersorganisaties hebben het kabinet daarom eerder opgeroepen om de deadline uit te stellen en het oordeel van het Hof af te wachten. Maar minister Sigrid Kaag van Financiën ziet daar niets in.

Coulance bij ontbreken UBO-registratie

Tijdens een debat over het UBO-register heeft de VVD het kabinet via een motie opgeroepen om voorlopig terughoudend te zijn met de handhaving bij ondernemingen die nog geen UBO hebben ingeschreven. Dit om te voorkomen dat ondernemers boetes zouden krijgen terwijl het oordeel van het Hof er nog niet is.
In een reactie op de motie herhaalt minister Kaag dat zij het helemaal uitstellen van de handhaving niet de goede weg vindt. Tegelijkertijd wijst de minister er op dat er sowieso coulance is als de inschrijving ontbreekt. Als het al tot handhaving komt, dan krijgt de onderneming eerst nog een termijn om de inschrijving alsnog te regelen, aldus Kaag. De minister stelt daarom voor de motie zo te wijzigen dat die oproept dat de handhaving ‘in de eerste tijd alleen risicogebaseerd plaatsvindt’. Dit komt erop neer dat er alleen gehandhaafd wordt bij ‘die rechtsvormen en entiteiten met de meeste risico’s’. Welke dat dan precies zijn heeft Kaag in het debat nog niet toegelicht. Waarschijnlijk stemt de Tweede Kamer dinsdag 5 april over de motie. Update 6 april: de motie met deze tekst (doc) is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer. De opdracht aan Kaag is dus inderdaad om de eerste tijd 'risicogebaseerd' te handhaven.

Bijlagen bij dit bericht