Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de percentages van het forfaitair rendement in box 3 voor het jaar 2020 onlangs bekendgemaakt. Deze zijn 0,06% (2019: 0,13%) voor het rendement op sparen en 5,33% (2019: 5,6%) voor het rendement op beleggingen.
In een brief aan de Tweede Kamer (pdf) heeft Snel de percentages voor box 3 (tool) voor 2020 aangegeven. Voor de vermogens van nul tot € 72.797 wordt 2/3 deel belast tegen 0,06% en 1/3 deel tegen 5,33%. In de categorie van € 72.797 tot € 1.005.572 is straks 21% van het vermogen belast tegen 0,06% en 79% tegen 5,33%. Vermogensbezitters met bedragen boven de € 1.005.572 betalen 100% tegen 5,33%. De vrijstelling voor de heffing gaat daarnaast omhoog, van € 30.360 (2019) per persoon naar € 30.846 per persoon.
Staatssecretaris Snel heeft onlangs een nieuw voorstel gelanceerd voor de box 3-heffing. In dit voorstel gaat de fiscus uit van de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden van de belastingplichtige. Er vindt dus een splitsing plaats van de diverse vermogensbestanddelen. Dit betekent dat voor de bepaling of er belasting over spaargeld verschuldigd is er dus wordt gekeken naar het totale bedrag aan spaargeld. Over dit bedrag zal een vooraf vastgestelde rente worden losgelaten die zoveel mogelijk moet aansluiten bij de werkelijkheid. Bij een bedrag aan ontvangen rente onder de € 400 op spaargeld zal er geen box 3-heffing verschuldigd zijn. Boven het bedrag van de vrijstelling bedraagt het tarief 33%. Dit tarief gaat ook voor de andere vermogensbestanddelen gelden. Het is de bedoeling dat dit wetsvoorstel op 1 januari 2022 in werking treedt.