Een ondernemer die het ene jaar verlies maakt en het volgende jaar winst, kan die resultaten verrekenen. Maar het luistert nog akelig nauw in wat voor soort beschikking die verliezen worden genoemd, zo blijkt uit een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank in Haarlem.
In deze zaak steggelden een belastingplichtige en de inspecteur over een aangifte inkomstenbelasting. Volgens de man had de inspecteur een ondernemingsverlies ten onrechte niet verrekend met zijn inkomen. En dat terwijl hij medio december 2015 nog een beschikking had gekregen van de inspecteur. Daarin stond dat de aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2007 opnieuw was berekend. In diezelfde beschikking werd ook een ‘nog te verrekenen verlies’ van ruim € 532.000 genoemd.
Voor de inkomstenbelasting werkt het zo dat een ondernemer een verlies in het ene boekjaar kan verrekenen met inkomen uit andere boekjaren. Dat mag tot drie boekjaren terug en tot negen boekjaren vooruit. Voor er überhaupt iets verrekend kan worden, moet de inspecteur officieel vaststellen hoe groot het verlies is dat de ondernemer heeft geleden. De ondernemer krijgt dan een zogeheten verliesvaststellingsbeschikking.
Dat is weer een andere beschikking dan de ‘verliesverrekeningsbeschikking’, die eigenlijk alleen vertelt dat er verliezen zijn verrekend en hoe dat is gegaan. In deze zaak oordeelde de rechter dat het een verliesverrekeningsbeschikking was over 2007. Die beschikking liet dus alleen zien dat de ondernemer in het jaar 2007 nog recht had op ruim een half miljoen aan te verrekenen verliezen. Maar inmiddels was de termijn om dat nog te kunnen verrekenen dus wel ruimschoots verlopen.
De ondernemer stelde dat door deze beschikking de verliezen weer waren gaan ‘herleven’, maar voor dat argument vond de rechtbank geen steun in de wet. Ook een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagde niet. De ondernemer mocht de verliezen dus niet verrekenen en moest belasting betalen over het originele inkomen uit werk en woning.
In dit geval draaide het om een ondernemer voor de inkomstenbelasting, maar de vennootschapsbelasting kent ook verliesverrekening (tool). Daarbij mogen ondernemingen verliezen tot een boekjaar terug verrekenen en (nu nog) tot negen jaar vooruit. Het kabinet heeft aangekondigd dat de termijn voor voorwaartse verliesverrekening in de VPB wordt teruggebracht van negen naar zes jaar.
Rechtbank Noord-Holland, 12 september 2018, ECLI (verkort): 8035