Vanaf 9 juni 2018 krijgt een organisatie met de invoering van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen mogelijkheden om op te treden tegen een concurrent die onrechtmatig gebruikmaakt van haar bedrijfsgeheimen. Nederland moet dan namelijk een wettelijke minimumnorm, afkomstig uit Europa, hebben ingevoerd. Vooralsnog waren deze mogelijkheden voor benadeelde organisaties niet in de Nederlandse wet vastgelegd.
De waarde van bedrijfsgeheimen is al jaren geleden door de Nederlandse rechter erkend en beschermd. Nu al kan een organisatie bedrijfsgeheimen heel nauwkeurig definiëren in een contract. Bijvoorbeeld in een arbeidsovereenkomst of in een geheimhoudingsbeding met een andere partij. De Wet bescherming bedrijfsgeheimen haakt op dat laatste in door de bewijspositie van organisaties die hun zaakjes rond hun bedrijfsgeheimen goed op orde hebben te verbeteren. Want zodra een contractspartner een geheimhoudingsbeding overtreedt, levert dat wettelijk gezien meteen onrechtmatig gebruik op van het bedrijfsgeheim. Dat maakt het voor de benadeelde organisatie dus makkelijker in de rechtszaal.
Het Europees Parlement stemde eerder al in met nieuwe regels over de omgang met onrechtmatig verkregen vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Korte tijd later werd ook al de kwetsbare positie van klokkenluiders (tool) verbeterd in de EU-richtlijn, waarop de Wet bescherming bedrijfsgeheimen is gebaseerd. Bedrijfsgeheimen leken onder de nieuwe regels namelijk meer bescherming te genieten dan de klokkenluiders zelf, wat als onwenselijk gevolg een daling van het aantal meldingen van misstanden had kunnen hebben.
Meer weten over manieren om uw bedrijfsgeheimen binnenskamers te houden? In het februarinummer van BV Rendement vindt u een praktisch artikel over de Wet bescherming bedrijfsgeheimen en de mogelijkheden die deze wetgeving uw organisatie biedt. Nog geen abonnement? Vraag dan nu een proefabonnement aan!