Vragen over: beperken van bestuurdersaansprakelijkheid

27 oktober 2017 | Door redactie

Schuldeisers of leveranciers die nog wat tegoed hebben van een onderneming of organisatie proberen dat natuurlijk eerst te innen bij de onderneming zelf. Maar zij kunnen ook de bestuurder zelf aansprakelijk stellen voor schulden of geleden schade.

Die bestuurders kunnen echter wel een paar veiligheidskleppen inbouwen om deze bestuurdersaansprakelijkheid in te dammen. Alleen verschuilen achter een bv of stichting als rechtspersoon is niet altijd voldoende.

Wanneer kan bestuurdersaansprakelijkheid ontstaan?

Een bestuurder kan persoonlijk aansprakelijk gesteld worden als hem een – in juristentermen – ‘persoonlijk ernstig verwijt’ kan worden gemaakt. Zo kan een leverancier een beroep doen op bestuurdersaansprakelijkheid als hij schade lijdt door het gedrag van de bestuurder. Een voorbeeld daarvan is selectieve (wan)betaling: de onderneming kán wel betalen maar de bestuurder houdt de betaling aan de leverancier tegen. Of de bv betaalt wel netjes het loon aan de directeur-grootaandeelhouder, maar de leverancier niet. Als een onderneming eenmaal failliet is verklaard, kan de bestuurder opdraaien voor de openstaande schulden. De curator moet dan laten zien dat er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur (tool).

Wat is kennelijk onbehoorlijk bestuur?

Een bestuurder die roekeloos of onverantwoord handelt kan kennelijk onbehoorlijk bestuur worden aangewreven. Nu zijn er een hoop roekeloze acties te bedenken die een onderneming in een faillissement (tools) kunnen storten, maar ook enkele ‘lichtere vergrijpen’ leiden wettelijk gezien al direct tot kennelijk onbehoorlijk bestuur. Namelijk dat de jaarrekening niet binnen een jaar na afloop van het boekjaar is gedeponeerd, of dat de administratie is niet correct bijgehouden. In die gevallen staat wettelijk vast dat er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Dat levert ook meteen het vermoeden op dat dit een belangrijke oorzaak is geweest voor het bankroet. Dit brengt bestuurders in een lastig parket, want de bewijslast is hier omgedraaid. De bestuurder kan aansprakelijkheid alleen ontlopen als hij kan aantonen dat er andere belangrijke oorzaken zijn voor het faillissement.

Valt de bestuurdersaansprakelijkheid te beperken?

Een bestuurder kan aansprakelijkheid beperken als hij kan aantonen dat hij steeds naar eer en geweten heeft gehandeld. Mogelijke veiligheidskleppen zijn:

    • Zorgen dat de jaarrekening op tijd is gedeponeerd en dat de administratie op orde is.
    • Een onderneming die niet meer alle schuldeisers kan betalen, kan ervoor kiezen om de rekeningen gewoon op volgorde van binnenkomst te blijven betalen. Op die manier kan de bestuurder geen selectieve betaling worden verweten.
    • Van roekeloos gedrag is ook sprake als een bestuurder verplichtingen is aangegaan waarvan hij wist of had kunnen weten dat de onderneming die nooit zou kunnen nakomen. Als de onderneming wankelt, is het dus niet handig om nog een huurovereenkomst voor een bedrijfspand (tool) aan te gaan voor vijf jaar. Opgeknipt in periodes van kwartalen komt die overeenkomst al een stuk minder roekeloos over.
    • Ook het niet tijdig melden dat een onderneming niet kan voldoen aan zijn belastingverplichtingen levert kennelijk onbehoorlijk bestuur op. Deze zogeheten melding van betalingsonmacht (tool) moet hij dus op tijd doen bij de Belastingdienst.

In de rubriek 'Vragen over' behandelt Rendement een onderwerp waar lezers veel vragen over hebben. Heeft u ook een vraag? Stel deze dan aan de adviseurs van de adviesdesk!

 

Meer informatie over bestuurdersaansprakelijkheid vindt u in de toolbox Snel aan de slag met het risico op bestuurdersaansprakelijkheid.