Een bestuurder die cameratoezicht wil instellen, moet daarvoor eerst instemming vragen van de OR. Gaat de OR niet akkoord? De bestuurder kan naar de kantonrechter stappen om vervangende toestemming te vragen. Recent kreeg een kantonrechter zo’n verzoek.
De werkgever wilde cameratoezicht op de werkvloer, omdat hij bang was voor diefstal van computeronderdelen. De voorraadkast met onderdelen was al vergrendeld, de in- en uitgifte van onderdelen werd nauwkeurig bijgehouden en er vonden regelmatig voorraadcontroles plaats. Toch wilde de werkgever cameratoezicht omdat het verzamelen van onderdelen op de werkvloer gebeurde waar werknemers, uitzendkrachten en bezoekers komen.
De werkgever zou het cameratoezicht duidelijk aangegeven en het toezicht had als doel om bedrijfseigendommen te beschermen. Hij zou de camerabeelden niet gebruiken om het personeel te controleren (privacy). Hij legde zijn voorstel ter goedkeuring voor aan de OR, maar die verleende geen instemming. De OR vond dat er geen sprake was van diefstalgevoelige onderdelen en dat cameratoezicht een flinke inbreuk was op de privacy op werk (tool). De werkgever stapte naar de kantonrechter voor vervangende goedkeuring.
De kantonrechter vond dat de werkgever kon aantonen dat de organisatie diefstalgevoelige onderdelen gebruikte. Ook had hij duidelijk gemaakt dat er een noodzaak was, omdat recent verschillende goederen waren gestolen en meer mensen toegang gekregen vanwege herinrichting van het gebouw. De kantonrechter oordeelde dan ook dat onder deze omstandigheden de inzet van camerabeveiliging te rechtvaardigen was.
Kantonrechter Den Bosch, 20 september 2016, ECLI (verkort): 5172