Er zijn een aantal wetten die de ondernemingsraad (OR) het overeenstemmingsrecht toekennen, zoals de Arbeidstijdenwet, de Arbowet en de Wet arbeid en zorg (WAZO). Is het overeenstemmingsrecht van toepassing, dan kan de bestuurder niet in beroep gaan tegen het besluit van de OR.
Bij het overeenstemmingsrecht heeft de bestuurder geen mogelijkheid om in beroep te gaan als de OR niet instemt met een voorgestelde regeling. Zo kan de OR de invoering van een bepaalde maatregel tegenhouden. Zo heeft de OR overeenstemmingsrecht op de keuze van de bedrijfsarts (artikel 14, lid 9b Arbeidsomstandighedenwet). Dit besluit kan alleen worden genomen in overeenstemming met de OR. Het overeenstemmingsrecht (infographic) is dus in feite een absoluut vetorecht.
Naast een aantal wetten zijn er in toenemende mate ook cao’s die de bestuurder het recht geven om af te wijken van een standaardbepaling. Maar dat mag dan alleen als hij daarover schriftelijke overeenstemming bereikt met de OR. Zet de bestuurder zijn plannen door zonder dat hij daarvoor overeenstemming heeft bereikt, dan moet de OR een beroepsprocedure instellen bij de bedrijfscommissie en eventueel de kantonrechter. Die zal de OR zonder meer in het gelijk stellen als er inderdaad sprake is van overeenstemmingsrecht.
Let op! Het overeenstemmingsrecht is iets anders dan het instemmingsrecht (artikel 27 WOR)! Het instemmingsrecht is van toepassing op een aantal specifieke onderwerpen en is een relatief vetorecht. Stemt de OR niet in met een voorgenomen besluit van de bestuurder, dan kan de bestuurder de kantonrechter namelijk om vervangende toestemming vragen (artikel 27, lid 4 WOR). Oordeelt de rechter dat het onredelijk is van de OR om geen instemming te verlenen of dat het voorgenomen besluit noodzakelijk is om zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen, dan kan de bestuurder zijn besluit alsnog uitvoeren. Het overeenstemmingsrecht daarentegen is absoluut (artikel), omdat er geen beroepsmogelijkheid is voor de bestuurder. Bij het overeenstemmingsrecht heeft de OR dus het laatste woord (artikel)[TvL1] , alhoewel de bestuurder er ook altijd nog voor kan kiezen om zijn voornemen weer in te trekken en alles bij het oude te laten.