Langer wachten op opvolger fiscale eenheid VPB

21 oktober 2019 | Door redactie

Het gaat het kabinet niet lukken om dit najaar al een schets te maken van de opvolger van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting (VPB). Dat was eigenlijk wel de bedoeling. Maar de uitwerking van een nieuwe groepsregeling kost meer tijd dan gedacht, schrijft staatssecretaris Snel van Financiën aan de Tweede Kamer.

Ondernemingen in een fiscale eenheid voor de VPB ziet de Belastingdienst samen als één belastingplichtige. En zij kunnen onderling winsten en verliezen verrekenen. Maar de fiscale eenheid ligt onder vuur na een arrest van het Europese Hof van Justitie. Daarom werkt het kabinet aan een toekomstbestendige opvolger voor de regeling.

Wetsvoorstel in 2020 of 2021 verwacht

Eerder dit jaar is er al een internetconsultatie gehouden over een document waarin vier mogelijke oplossingen zijn geschetst. De reageerders zijn wel ingegaan op de mogelijke opties, maar een alternatieve optie voor een nieuwe groepsregeling zat er niet tussen. Staatssecretaris Snel wil graag een diepgravend debat met de Tweede Kamer voeren over de opvolger van de fiscale eenheid. Maar om dat goed te kunnen doen moet de toekomstige groepsregeling verder worden uitgewerkt. Om dat allemaal nog dit najaar te regelen en een hoofdlijnenbrief naar de Kamer te sturen is niet realistisch, laat Snel weten in antwoorden op vragen (pdf) over het Belastingplan 2020. Zeker omdat ‘een nieuwe groepsregeling verweven is met vrijwel het gehele systeem van de VPB’. De planning is daarom nu dat er in 2020 of 2021 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat.

Lager toptarief VPB laat op zich wachten

Snel gaat ook in op vragen over het uitstel van de verlaging van het toptarief in de VPB. Dat blijft ook volgend jaar op 25% staan. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) vroeg zich af of vanwege dat uitstel ook andere ‘grondslagverbredende’ maatregelen uitgesteld kunnen worden. Zoals de beperking van de afschrijving op bedrijfspanden in eigen gebruik en de kortere termijn voor zogeheten voorwaartse verliesverrekening.
Maar Snel is dat niet van plan. Hij wijst erop dat het kabinet soms maatregelen neemt die wel ingrijpen op dezelfde belastingsoort, maar die verder niet aan elkaar te koppelen zijn. Dat is ook hier het geval. Nu heeft het kabinet er bewust voor gekozen om burgers extra lastenverlichting te geven, en dat gaat ten koste van de verlaging van het VPB-toptarief. Uit diverse hoeken is ook geopperd om de verhoging van het tarief in box 2 uit te stellen, maar daar zijn vooralsnog geen vragen over gesteld door Kamerleden.

Inzet blijft lagere VPB-tarieven

Het kabinet blijft volgens Snel wel inzetten op lagere tarieven in de VPB, om het vestigingsklimaat in Nederland aantrekkelijk te houden. Op verzoek heeft de bewindsman ook een overzicht toegevoegd met de verwachte toptarieven in de VPB in andere Europese landen. Een kleine greep:

Verwacht toptarief VPB in 2020
Nederland 25%
België 25%
Duitsland* 29,80%
Denemarken 22%
Frankrijk* 28,90%
Italië* 24%
Ierland 12,50%
Verenigd Koninkrijk 19%
*Inclusief specifieke lokale toeslagen