Na jaren van flinke schommelingen blijft het in 2024 rustig rondom de tarieven in de vennootschapsbelasting (VPB). Net als in 2023 geldt het lage VPB-tarief van 19% tot een winst van € 200.000. Boven die grens blijft het tarief 25,8%.
Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat er vooralsnog niet gesleuteld wordt aan de tarieven in de VPB. Schematisch ziet de ontwikkeling er zo uit:
| 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
| Laag tarief | 15% | 15% | 19% | 19% |
| Winstgrens | € 245.000 | € 395.000 | € 200.000 | € 200.000 |
| Hoog tarief | 25% | 25,8% | 25,8% | 25,8% |
In 2021 en 2022 heeft het kabinet de teugels flink laten vieren in de VPB (toolbox). Het lage tarief werd teruggeschroefd naar 15%. En bovendien viel er steeds meer winst onder dit lage tarief: in 2022 een kleine vier ton. In 2023 is er wat dat betreft flink aan de rem getrokken. De winstgrens is zowat gehalveerd en het lage tarief is in één klap verhoogd van 15% naar 19%. Daar komen dus in 2024 vooralsnog geen nieuwe wijzigingen bij, blijkt uit de begroting. Daarmee volgt het kabinet dus niet het Centraal Planbureau, dat voor het doorrekenen van verkiezingsprogramma's rekent met een laag VPB-tarief van 19,7% en een winstgrens van € 170.000.
Dat er in de begroting niets wordt gewijzigd aan de VPB-tarieven, zegt nog niet alles. Ook in 2021 wilde het toen demissionaire kabinet niets veranderen aan de tarieven, maar tijdens de behandeling van de begroting bleek dat de Tweede Kamer nog voor € 2 miljard wilde vertimmeren aan de plannen. Om dat deels te betalen, werd toen alsnog het hoge VPB-tarief verhoogd van 25% naar 25,8%. En als de vorming van een nieuw kabinet heel snel zou gaan, dan kan er ook voor het nieuwe jaar nog ingegrepen worden in de tarieven.