Een groeiend aantal mkb'ers ziet 'onvoldoende vraag' als grootste belemmering voor hun bedrijfsvoering, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De schuldenlast zien de meeste mkb'ers dan weer niet als een groot probleem.
Het CBS heeft begin oktober een nieuwe enquête afgenomen in het bedrijfsleven, om de stemming te peilen. In het algemeen is het ondernemersvertrouwen licht gedaald ten opzichte van de vorige meting in juli. Gevraagd naar de grootste belemmering voor de bedrijfsvoering noemt een kleine 20% dat er onvoldoende vraag is naar hun producten of diensten. Dat is een hoger percentage dan de 14% die bij de meting in dezelfde periode vorig jaar uit de bus kwam. Het tekort aan grondstoffen dat ondernemers vorig jaar behoorlijk dwars zat, is volgens de laatste meting nu minder een issue. Het belangrijkste obstakel blijft het tekort aan personeel: ruim 40% van de ondernemingen noemt dit de grootste belemmering.
In de enquête is ook gevraagd naar de schuldenlast van ondernemingen. De afgelopen tijd komen hierover alarmerende berichten naar buiten, vooral naar aanleiding van de start van de terugbetaling van uitgestelde belastingschulden. De vrees is dat meer ondernemingen kopje onder gaan omdat zij het aflossen van de schulden én het blijven voldoen aan nieuwe belastingverplichtingen niet kunnen bolwerken.
Toch geven de CBS-cijfers niet direct een dramatisch beeld als het om schulden gaat. Ruim 5% van de ondervraagden noemt de schuldenlast 'problematisch', maar minder dan een half procent zegt dat de onderneming beëindigd wordt vanwege de schuldenlast. Bijna 95% van de ondernemingen noemt de schuldenlast dragelijk. Wel liggen de schulden zwaarder op de maag bij kleinere ondernemingen. Van de ondernemingen tot 50 werknemers zegt zo'n 8% dat de schulden problematisch zijn, terwijl dit bij het grootbedrijf (meer dan 250 werknemers) bijna 3% is.
Het CBS heeft de cijfers ook deels verzameld voor het jaarbericht 'Staat van het mkb' (pdf) van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Het Comité – met onder meer koningin Máxima en voormalig Randstad-topman Jacques van den Broek in de gelederen – maakt in dat document de balans op van hoe het mkb ervoor staat. In de begeleidende brief roept het Comité ook meteen een nieuw kabinet op om de kracht van ondernemerschap en samenwerking tussen ondernemers beter te benutten. Dat kan door ruimte te geven en regeldruk te verminderen. Daarnaast zou het credo 'van potjes naar plannen' moeten zijn. Dus niet steeds een nieuwe voorziening optuigen en die tijdelijk financieren, maar 'streven naar structurele maatregelen die ons verdienvermogen versterken'.
Die gewenste langetermijnvisie komt ook terug in een enquête onder familiebedrijven (pdf) van onder meer Nyenrode Business Universiteit. 'Nederland regeren vanuit een visie, een beeld van het land waarin we willen wonen', aldus één van de ondervraagden. En een ander: 'Niet excessief reageren met wetgeving op incidenten.' Meer in het algemeen vinden de ondervraagden dat familiebedrijven er maar bekaaid vanaf komen bij de politiek: driekwart vindt dat er in de verkiezingsprogramma's onvoldoende aandacht wordt besteed aan familiebedrijven. Ook het vertrouwen dat de verkiezingen positief uitpakken voor familiebedrijven en dat een nieuwe coalitie belemmeringen zal wegnemen is niet bijster groot.
De zorgen zitten onder meer bij de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting. De BOR geeft opvolgers een flink fiscaal voordeel, maar dat wordt de komende tijd wel enigszins versoberd. Bij een verdere versobering denkt 44% van de ondervraagden dat dit de voortzetting van de onderneming in gevaar brengt.