Jacht is geopend door fiscus naar fraude met dividendstripping

19 juni 2023 | Door redactie

De Belastingdienst is de strijd aangegaan met dividendstripping. Deze strijd moet ons land € 1 miljard per jaar gaan opleveren. Door het strippen is Nederland tussen de jaren 2000 en 2020 al € 26 miljard aan dividendbelasting misgelopen. Het gaat hier dan ook om de grootste belastingfraude van de laatste tijd.

Bij dividendstripping gaat het om de mogelijkheid om dividendbelasting (infographic) terug te vragen na de uitkering van dividend. In ons land kunnen belastingplichtigen (bijvoorbeeld directeuren-grootaandeelhouders of bv’s) de dividendbelasting terugkrijgen door deze te verrekenen met de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Buitenlandse partijen hebben deze mogelijkheid niet. Bij dividendstripping ‘verkoopt’ een buitenlandse partij, net voordat het dividend wordt uitgekeerd, de aandelen aan een Nederlandse partij. Maar dat ‘verkopen’ is eigenlijk even uitlenen. De Nederlandse partij krijgt dan het dividend en vraagt de dividendbelasting terug. Hierna ‘verkoopt’ de Nederlandse partij de aandelen weer aan de buitenlandse partij en geeft de dividendbelasting ook aan die partij (tegen een vergoeding). Ook wordt dit ‘spelletje’ vaak gespeeld met meerdere partijen waardoor het voor de fiscus lastig is om te ontdekken wie er eigenaar is op het moment van uitkeren van het dividend.

Op deze manier zo’n € 144 miljard misgelopen

Er gaat een heleboel geld om in dividendstripping. Uit onderzoek blijkt dat er in de jaren 2000-2020 in Europa op deze manier zo’n € 144 miljard is misgelopen. Voor Nederland was dat dus € 26 miljard. Onlangs is ons land dus begonnen met de aanpak van deze belastingfraude. Zo is de fiscus al gestart met het terugvorderen van onterechte teruggaven van dividendbelasting en zijn er een aantal mensen opgepakt die zich hiermee bezighielden.

Twee maatregelen in het Belastingplan 2024

In het Belastingplan 2024 worden twee maatregelen opgenomen om dividendstripping vanaf 1 januari 2024 beter aan te kunnen pakken. De eerste maatregel betreft het wettelijk vastleggen van een zogenoemde registratiedatum. De tweede maatregel draait om het aanpassen van de bewijslastverdeling ter verbetering van de bewijspositie van de inspecteur.

 

Bijlagen bij dit bericht