LIV mogelijk negatief voor werkgelegenheid

1 mei 2019 | Door redactie

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) zou weleens negatieve effecten kunnen hebben op de werkgelegenheid. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat onderzoeken of dat daadwerkelijk het geval is. Nog dit jaar wil hij de resultaten van dat onderzoek aan de Tweede Kamer sturen.

Tweede Kamerlid Van Dijk vroeg de minister om een reactie op de onvrede over het lage-inkomensvoordeel (LIV) dat onlangs in een tv-uitzending van EenVandaag naar buiten kwam. De regeling zou inefficiënt zijn: het LIV zou werkgevers zelfs een reden geven om lonen laag te houden.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt echter ‘geen signalen te hebben ontvangen’ die aangeven dat de tegemoetkoming voor werkgevers loonsverhogingen tegenwerkt. Wel erkent hij dat onderzoek naar het effect van het LIV op de werkgelegenheid hard nodig is. Hij belooft dat onderzoek te laten doen en de Kamer nog vóór het eind van dit jaar over de resultaten te informeren.

Doel en verwachting van LIV

Het doel van het LIV is juist dat het extra werkgelegenheid oplevert. Door de loonkosten van werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor werkgevers te verlagen, verwacht het Centraal Planbureau (CPB) bijvoorbeeld dat veel werknemers hun baan behouden. Ook is de inschatting dat het LIV zo’n 7.000 extra voltijdsbanen oplevert. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op economische wetten die stellen dat lagere loonkosten leiden tot meer arbeidsvraag, zo stelt Minister Koolmees in zijn beantwoording op de Kamervragen (pdf).

Uurloongrenzen stijgen jaarlijks mee

De minister is gevraagd wat hij vindt van het feit dat het LIV gezien wordt als een ‘perverse prikkel’ om de lonen laag te houden. Als reactie geeft hij aan dat de toename van de hoogte van cao-lonen in het eerste kwartaal van 2019 met 2,2% gelijk loopt met de loonontwikkeling over het laatste halfjaar van 2018. Ook wijst hij erop dat de uurloongrenzen van het LIV elk jaar meestijgen met de stijging van het wettelijk minimumloon en dat een werknemer bij een dergelijke loonstijging het recht op LIV dus behoudt.