De wijziging van een functiewaarderingssysteem heeft mogelijk grote gevolgen voor de functie-inhoud of het loon van de werknemers. Daarom is het voor de werkgever van groot belang om alle betrokkenen zo goed mogelijk te informeren over de verschillende stappen in het proces van functiewaardering. Informatie over de rol van de ondernemingsraad (OR) en een goede bezwaar- en beroepsprocedure zijn daarbij onmisbaar. De OR grijpt in als de werkgever zo’n procedure niet heeft ingevoerd.
Een goede bezwaar- en beroepsprocedure mag niet ontbreken bij de invoering of wijziging van elk functiewaarderingssysteem. Soms staan er hierover afspraken in de cao. Heeft de werkgever zo’n procedure echter niet ingevoerd, dan moet de OR aan de bel trekken. De OR kan het initiatiefrecht (artikel 23 Wet op de ondernemingsraden) gebruiken om een goede bezwaar- en beroepsprocedure in te voeren.
De OR vertegenwoordigt de werknemers bij de wijziging van het functiewaarderingssysteem zo goed mogelijk (en let daarbij ook op gelijke behandeling en waakt tegen man-vrouw onderscheid), maar nu kunnen werknemers alsnog de touwtjes in handen nemen en in beroep gaan tegen de functiewaardering of de manier waarop dit systeem is ingevoerd. Het beroep kan betrekking hebben op de:
Voor een aantal erkende systemen hebben vakbonden afspraken gemaakt over de te volgen bezwaar- en beroepsprocedures. Soms staan er bovendien in de cao bepalingen over de manier waarop werknemers bezwaar en beroep kunnen aantekenen. Een bezwaar- en beroepsprocedure bestaat idealiter uit de volgende fases:
Als de bezwaar- of beroepsprocedure voor een individuele werknemer een ‘hogere’ inschaling oplevert, moet die niet alleen gelden voor die ene werknemer, maar voor alle werknemers met dezelfde functie. Ten slotte is de uitspraak van de externe commissie bindend.