De Sociaal-Economische Raad heeft de richtbedragen voor OR-scholing in 2017 gepubliceerd. De richtlijn voor een maatwerkcursus is € 995 en de richtlijn voor een cursus met open inschrijving volgend jaar is € 170.
De SER stelt de richtbedragen voor OR-scholing (tool) elk jaar opnieuw vast. De richtlijnen zijn gebaseerd op de tarieven van opleidingen van erkende opleidingsinstituten. De richtbedragen zijn geen wettelijke norm, maar geven de OR-leden en de bestuurder een beeld van de gemiddelde kosten voor een kwalitatief goede cursus. Een OR-lid doet er goed aan om naar de richtbedragen te verwijzen bij het bespreken van een verzoek om scholing.
OR-leden hebben recht op vijf scholingsdagen per jaar. Commissieleden mogen jaarlijks drie dagen besteden aan scholing. OR-leden die ook in een commissie zitten, mogen elk jaar acht dagen scholing volgen. Het recht op scholing en de plicht van de bestuurder om deze kosten te betalen zijn vastgelegd in artikel 18 en artikel 22 van de Wet op de ondernemingsraden.
De bestuurder mag in principe geen bezwaar maken tegen het volgen van een training, maar wel tegen de hoogte van de kosten. Maar zolang de OR zich houdt aan zijn wettelijk recht op scholing én de richtbedragen kan de bestuurder niet zomaar weigeren. Komt het geschil bij de Scholingskamer of kantonrechter terecht, dan zullen zij het wettelijk recht op scholing én de richtbedragen aanhouden. Houdt een OR die richtlijnen aan, dan staat de bestuurder alleen in zijn recht als de organisatie in economisch zwaar weer verkeert.