In sommige functies is het nodig om regelmatig presentaties te geven, bijvoorbeeld om nieuwe plannen te delen met werknemers. Elke spreker wil natuurlijk dat zijn verhaal blijft hangen bij zijn toehoorders. Het is dan zaak om niet alleen de woorden klaar te hebben, maar ook de bewegingen.
De impact van iemands verhaal wordt voornamelijk bepaald door het non-verbale aspect, oftewel lichaamstaal (tool). Volgens voormalig hoogleraar psychologie aan de University of California – Los Angeles (UCLA) Albert Mehrabian vormen de woorden en tonaliteit (bijvoorbeeld volume en toonhoogte) de andere niveaus van communicatie, maar die zijn beide van minder belang. Door mee te bewegen met zijn verhaal, onderstreept de spreker zijn woorden; die worden voor de toehoorders extra waar.
Welke functie u ook heeft in de organisatie, soms bent u de spreker. U kunt dat uw verhaal onderstrepen door bijvoorbeeld uw armen omhoog te bewegen als u een stijging benoemt, stapjes met uw hand te maken van boven naar beneden bij een opsomming, et cetera. Grote kans dat dit vanzelf al gebeurt, tenzij u iets vasthoudt. Laat de muis of afstandsbediening dus liggen tijdens uw presentatie.
Maak niet alleen armbewegingen, maar gebruik ook de ruimte. Zo associëren mensen een beweging naar links met het verleden en een beweging naar rechts met de toekomst. Wilt u bijvoorbeeld een verschil aantonen tussen wat er is gedaan en wat er gaat komen, ga dan eerst rechts staan of wijs naar rechts (voor de kijkers is dat immers links) en beweeg of wijs naar links (voor de kijkers rechts) als het over de toekomst gaat.
Bent u aan het einde van uw verhaal en wilt u mensen wakker schudden, gebruik dan zinnen als: ‘de crux zit ‘m in het volgende...’, ‘let op, dit is belangrijk’ of ‘neem dit in ieder geval mee...’. Dan spitst iedereen gegarandeerd zijn oren en wordt uw boodschap niet vergeten (tool).