Het bedrag van de tijdelijke drempelvrijstelling voor een regeling vervroegd uittreden (RVU) is per 1 januari 2022 verhoogd. Deze bedraagt nu € 1.874 per maand.
De drempelvrijstelling voor een regeling vervroegd uittreden (RVU) geldt sinds 1 januari 2021 en is onderdeel van het pensioenakkoord. Als betalingen in verband met de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven, hoeft de werkgever geen RVU-heffing van 52% (pseudo-eindheffing) af te dragen. Het maandbedrag van de RVU-drempelvrijstelling is gekoppeld aan de netto AOW van een alleenstaande en wordt jaarlijks aangepast. In 2022 is dat verhoogd van € 1.847 naar € 1.874 per maand, en dus € 67.464 voor 36 maanden. De drempelvrijstelling geldt zowel voor een uitkering ineens, als voor periodieke uitkeringen uit een RVU.
Voor de RVU-drempelvrijstelling gelden de volgende voorwaarden:
De drempelvrijstelling is een tijdelijke maatregel die geldt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025. Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 geldt een uitloopperiode. Tijdens deze periode kan de drempelvrijstelling worden toegepast, mits de beëindigingsovereenkomst uiterlijk 31 december 2025 getekend is.