Hof Amsterdam bepaalde kortgeleden dat de 30%-regeling – die is bedoeld om de extra kosten van expats door hun verblijf in ons land te vergoeden – niet meer geldt als de buitenlandse werknemer er op eigen initiatief een jaar tussenuit is gegaan.
Als een buitenlandse werknemer onder de 30%-regeling valt en na verloop van tijd bij uw onderneming komt werken, kan de 30%-regeling alleen blijven gelden als tussen de oude en de nieuwe dienstbetrekking niet meer dan drie maanden zit. Wordt deze termijn overschreden, dan mag de Belastingdienst aannemen dat de ingekomen werknemer niet meer beschikt over een specifieke deskundigheid. Hij is dan te lang werkloos geweest.
Het gerechtshof in Amsterdam maakte kortgeleden duidelijk dat deze driemaandentermijn ook van toepassing is als de ingekomen werknemer vrijwillig de dienstbetrekking beëindigt omdat hij een opleiding wil volgen of toe is aan een sabbatical. In de betreffende zaak mocht een buitenlandse werkneemster de 30%-regeling niet voortzetten bij haar tweede Nederlandse werkgever, omdat zij tussen haar eerste en tweede Nederlandse dienstverband een jaar in Nederland had gestudeerd.
Ze onderscheidde zich daardoor volgens de rechter niet meer voldoende van andere in Nederland wonende werknemers om nog te kunnen worden gezien als een werkneemster die vanwege haar schaarse specifieke deskundigheid naar ons land is gekomen.
Gerechtshof Amsterdam, 18 april 2013, ECLI (verkort): BZ9173