De inspecteur mag behoorlijk ver gaan om te checken of een aangifte wel in de haak is. Privacy of niet. Maar hoe zit het bij bijvoorbeeld vragen aan een arts over de kosten van een dieet? Antwoord: de inspecteur mág dat wel vragen, maar de arts hoeft geen antwoord te geven.
Dit antwoord komt van staatssecretaris Snel van Financiën. Die heeft tekst en uitleg gegeven over de privacyregels bij de fiscus naar aanleiding van vragen van PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. De mogelijkheden voor de inspecteur om informatie op te vragen voor belastingcontrole zijn ‘ruim’ te noemen, aldus Snel.
Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is iedereen verplicht om informatie aan te leveren die van belang kan zijn voor de belastingheffing. Maar is de informatiehonger van de Belastingdienst groter, dan kan de inspecteur de belastingplichtige vragen allerlei gegevens aan te leveren om de aangifte te kunnen checken. De – nog vrij ruim op te vatten – beperking is wel dat de informatie ‘van belang moet zijn voor de belastingheffing’.
Een extra stok achter de deur is de ‘informatiebeschikking’. In dat geval kan de inspecteur via een beschikking gegevens opvragen die belastingplichtige niet heeft verstrekt.
Ook kan de inspecteur een informatieverzoek doen bij andere partijen, zoals een werkgever of bank. Elke zogeheten ‘administratieplichtige’ (tool) is verplicht om zulke informatie ook te verstrekken aan de fiscus. Alle ondernemingen, verenigingen en stichtingen zijn bijvoorbeeld administratieplichtigen. De inspecteur heeft vervolgens zelf de verplichting om alle informatie die hij heeft ontvangen geheim te houden en hij mag de informatie dus alleen gebruiken in het kader van de belastingheffing.
Kamerlid Nijboer was ook nog benieuwd of een inspecteur contact mag opnemen met een arts ‘om bijvoorbeeld de juistheid van aftrek van een dieet te controleren’. Snel stelt in zijn antwoorden (doc) dat dit inderdaad is toegestaan. Al haast de bewindsman zich te zeggen dat de inspecteur in veruit de meeste gevallen genoeg heeft aan de informatie die de belastingplichtige zelf aanlevert. En dat de inspecteur in principe altijd eerst contact opneemt met de belastingplichtige zelf.
De inspecteur mág de arts dus wel om informatie vragen en hoeft de belastingplichtige bovendien niet te vertellen dat hij dat doet. Maar de arts kan zich op zijn beurt beroepen op het verschoningsrecht en weigeren om de informatie te geven. Dit verschoningsrecht geldt bijvoorbeeld ook voor notarissen, advocaten en apothekers.
Snel kan niet toezeggen dat een inspecteur nooit informatie zal vragen aan artsen. De staatssecretaris wil dat ook niet verbieden.