Duidelijkheid gevraagd rondom toegang tot UBO-register

30 juni 2023 | Door redactie

De internetconsultatie over het beperken van de toegang tot het zogeheten UBO-register is inmiddels afgerond. Vooral de vraag welke partijen straks een ‘legitiem belang’ hebben om de UBO-gegevens in te zien zorgt voor beroering, blijkt uit de reacties.

In het UBO-register staan persoonsgegevens van de uiteindelijk belanghebbenden (‘ultimate beneficial owner’ ofwel UBO) van onder meer bv’s en stichtingen. Bij een bv is bijvoorbeeld de natuurlijke persoon die meer dan 25% van de aandelen houdt de UBO. Het register is onderdeel van het Handelsregister en wordt beheerd door de Kamer van Koophandel (KvK).

Wetsvoorstel om legitieme toegang vast te leggen

Het register zorgt al sinds de start voor commotie, mede doordat een deel van de UBO-gegevens aanvankelijk openbaar waren voor iedereen (infographic). Onder meer familiebedrijven vreesden daardoor voor hun privacy. Eind vorig jaar heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat al deze openheid een te grote inbreuk is op de privacy van UBO’s. In reactie op dat arrest heeft het kabinet het Nederlandse UBO-register per direct gesloten. Maar bijvoorbeeld banken moeten wel toegang hebben tot de gegevens, voor klantonderzoek. En ook de Belastingdienst en andere instanties moeten de gegevens kunnen inzien. Dat deze partijen wel toegang moeten hebben, heeft het kabinet formeel vastgelegd in een conceptwet. Daarover is een internetconsultatie gehouden, die op 28 juni 2023 is gesloten. Nu moet dit leiden tot een wetsvoorstel dat de Tweede Kamer kan bespreken.

Praktische vragen bij inzien van UBO-register

Op de consultatie zijn 37 openbare reacties binnengekomen. Een vaak terugkerend thema is het ‘legitiem belang’. Want partijen die zo’n belang kunnen aantonen zouden volgens de Europese richtlijn ook toegang moeten hebben tot de UBO-gegevens. Alleen is in de conceptwet nog niet vastgesteld wat voor partijen dat dan zijn. Die uitwerking volgt later in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Verschil met een wet is dat een AMvB in principe zonder instemming van het parlement kan worden ingevoerd, maar een AMvB kan ook veel sneller gewijzigd worden dan een wet. In verschillende reacties wordt kritiek geuit op het feit dat de AMvB niet in de consultatie zit, omdat die juist laat zien hoe de regels in de praktijk uitwerken. Daarnaast zijn er praktische vragen over hoe er bij een aanvraag precies gecheckt wordt of een partij inderdaad toegang mag krijgen tot de UBO-gegevens en hoe die toegang dan wordt verleend. Ook zijn er vragen over hoe gewaarborgd wordt dat partijen met een legitiem belang ook zorgvuldig omgaan met de privacygevoelige gegevens.

Wie moet toegang krijgen tot UBO-gegevens?

Daarnaast nemen diverse reageerders een voorschot op de AMvB, door te bepleiten dat zij toegang moeten krijgen. Dat geluid komt onder meer van vakcentrale FNV, sommige (financieel) dienstverleners, advocaten en leasemaatschappijen. Ook provincies en gemeenten houden een pleidooi om de UBO-gegevens in te mogen zien. Dit in het kader van het zogenoemde Bibob-onderzoek, waarbij bijvoorbeeld de gemeente onderzoekt of de aanvrager van een vergunning of subsidie wel bonafide is.
Anderzijds stelt belangenvereniging van familiebedrijven FBNed juist dat een scherpe afbakening nodig is. De organisatie noemt ‘de pers’ als een veel te ruim omschreven term voor een groep met een legitiem belang. Deze zorgen deelt ook Privacy First, een organisatie die strijdt voor het recht op privacy en die eerder al een rechtszaak aanspande tegen het UBO-register. FBNed wil ook dat de taak om te bepalen of iemand een legitiem belang heeft bij de rechter komt te liggen, en niet bij de KvK. Zowel FBNed als Privacy First willen dat het verspreiden of lekken van UBO-gegevens bestraft wordt.

Bijlagen bij dit bericht