Het Register Belastingadviseurs (RB) stelt in een visiestuk dat het verstandiger en logischer is om box 3 af te schaffen en de werkelijke vermogensinkomsten in box 1 te gaan belasten. Hiermee wordt het eindeloos procederen voorkomen.
Het Kerstarrest van 2021 heeft de box 3-heffing neergesabeld. Het kabinet heeft geprobeerd de heffing te repareren door de introductie van een forfaitaire spaarvariant die nu in de Wet rechtsherstel box 3 en in de Overbruggingswet box 3 (verdiepingsartikel) is opgenomen. Maar dit blijkt tot nu toe niet meer dan een lapmiddel te zijn. De Hoge Raad zal hier uiteindelijk een oordeel over moeten vellen. Het stelsel waarbij het werkelijk rendement belast moet gaan worden laat ook nog wel even op zich wachten. De verwachting is dat dit pas per 2027 in werking treedt. Tot die tijd is de verwachting dat er nog veel over de heffing gesteggeld gaat worden bij de rechters. Dit is ongewenst.
Het RB vindt daarom dat inkomsten uit vermogen niet forfaitair belast moeten worden, maar op basis van het daadwerkelijk genoten rendement. Dit sluit beter aan bij de draagkracht van de belastingplichtige en zal daardoor ook als meer rechtvaardig worden ervaren. De beroepsvereniging voor belastingadviseurs stelt daarom voor om box 3 te schrappen en de werkelijke vermogensinkomsten in box 1 van de inkomstenbelasting (IB) te gaan belasten. Hiervoor moet de werkingssfeer van afdeling 3.4 van de Wet IB 2001 (belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden) met belastbaar resultaat uit vermogen worden uitgebreid.
Bij de aanpassing moet worden uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
De Kamer gaat binnenkort debatteren over de box 3-heffing.