De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft deel 1 van het Advies Arbovisie 2040 gepubliceerd. Wat daarbij opvalt is dat werkgevers hun ondernemingsraad (OR) en werknemers onvoldoende betrekken bij het opstellen van het arbobeleid, terwijl zij dit wettelijk verplicht zijn.
Eén van de aanbevelingen in de Arbovisie 2040 van de Sociaal-Economische Raad (SER) is dat werkgevers hun werknemers meer moeten betrekken bij het arbobeleid van de organisatie. Dat kan heel goed via de OR, maar veel werkgevers houden zich niet aan de wettelijke voorschriften.
Zowel de Arbowet als de Wet op de ondernemingsraden (WOR) verplicht ondernemers om werknemers en de OR of personeelsvertegenwoordiging (PVT) te betrekken bij het arbobeleid. Zo schrijft artikel 12, lid 2 van de Arbowet voor dat werkgevers over het arbobeleid overleg moeten voeren met de OR of de PVT. De SER constateert in de Arbovisie echter dat bij een derde van de organisaties die verplicht zijn een OR in te stellen, een OR ontbreekt. Een OR is verplicht voor organisaties waar in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn (artikel 2 WOR). Daarnaast is bij een meerderheid van de werkgevers de OR (of PVT) niet actief betrokken bij gezond en veilig werken. Zo passeren bestuurders regelmatig hun OR bij besluiten waarbij de WOR de bestuurder verplicht het voorgenomen besluit aan de OR voor te leggen voor advies (artikel 25 WOR) of instemming (artikel 27 WOR). Denk aan besluiten over regelingen voor arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of het re-integratiebeleid.
Dat het voor werkgevers mogelijk is om de wettelijke verplichtingen te negeren, komt doordat in de wetten geen gevolgen zijn verbonden aan overtreding van de voorschriften. Zo legt de WOR geen sancties op voor het niet instellen van een OR als dit verplicht is. Wel geeft artikel 36 WOR iedere belanghebbende, zoals werknemers of vakbonden, de optie om de ondernemer via de kantonrechter te verplichten alsnog een OR in te stellen. In de praktijk wordt hier echter weinig gebruik van gemaakt. Ook de Arbowet kent geen consequentie voor het niet naleven van de verplichting om te overleggen met de OR als een OR ontbreekt.