De wettelijke inhoud van het OR-reglement

4 juli 2011 | Door redactie

Als een organisatie besluit om een medezeggenschapsorgaan in te stellen – of verplicht is dat te doen, is het reglement een van de belangrijkste zaken om rekening mee te houden. Een goed reglement biedt op veel momenten houvast voor uw medezeggenschapswerk. De wet verplicht u zelfs tot het opstellen van een OR-reglement! Het is dus belangrijk om hier aandacht aan te besteden, maar u moet wel weten wat u in dit document moet opnemen.

De verplichting om een OR-reglement op te stellen, vindt u terug in artikel 8 van de WOR. U mag in hoofdlijnen zelf de inhoud van het reglement bepalen, maar houd er wel rekening mee dat het reglement een bindend karakter heeft. De wet stelt dat u in ieder geval de volgende zaken in het OR-reglement moet opnemen:

  • de kandidaatstelling bij OR-verkiezingen (art.10);
  • de OR-verkiezingen (art.10);
  • de invulling van tussentijdse vacatures (art.10);
  • de werkwijze van de OR (art.14).

Als u uw reglement heeft vastgelegd, kunt u het document aan uw bestuurder voorleggen. Hij krijgt dan de kans om zelf nog opmerkingen of aanvullingen te geven, maar u bent niet verplicht daar iets mee te doen. Is de medezeggenschap in uw organisatie verdeeld over meerdere organen, dan regelt ieder orgaan zijn eigen reglement.

Wat niet in het OR-reglement moet

U mag voor een groot deel – op de wettelijke eisen na – zelf bepalen wat u in het OR-reglement opneemt. Toch zijn er ook zaken die u niet mag opnemen in uw OR-reglement. De volgende onderwerpen zijn namelijk afspraken met de bestuurder en horen daarom niet thuis in het OR-reglement:

  • het aantal vrijgestelde uren van OR-leden en hoe deze vrijstelling wordt gerealiseerd;
  • eventueel meer dan de wettelijke vijf dagen voor scholing van OR-leden;
  • eventueel budget voor OR-werk;
  • de gang van zaken in de overlegvergadering tussen OR en WOR-bestuurder;
  • afspraken over extra faciliteiten en bevoegdheden voor de OR.