Inleners mogen sinds 1 januari 2017 uitzendbureaus verzoeken om het burgerservicenummer van hun uitzendkrachten te verstrekken. De Uitvoeringsregeling verplicht gebruik BSN is daarvoor gewijzigd.
In de Uitvoeringsregeling verplicht gebruik BSN is per 1 januari 2017 opgenomen dat de uitleners en onderaannemers het burgerservicenummer (BSN) van een werknemer verstrekken aan inleners en aannemers. Het administreren van het BSN van arbeidskrachten is voor inleners en aannemers één van de voorwaarden voor vrijwaring of beperking van de inlenersaansprakelijkheid en ketenaansprakelijkheid.
Voorheen hadden inleners en aannemers geen wettelijk recht op het verkrijgen van het BSN van aan hen ter beschikking gestelde arbeidskrachten. Als een uitzendbureau of onderaannemer desondanks een BSN verstrekte, bestond er vanwege schending van de Wet bescherming persoonsgegevens een risico op een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens. Door de wijziging van de Uitvoeringsregeling behoort dat boeterisico nu tot het verleden.
Voor het matigen of voorkomen van inleners- en ketenaansprakelijkheid moeten werkgevers meer zaken regelen. Zo zijn zij ook verplicht de identiteit van uitzendkrachten te controleren. De inlener moet er daarbij op letten dat hij geen kopie van het identiteitsbewijs mag maken en opslaan, tenzij de uitzendkracht geen Nederlandse nationaliteit heeft en van buiten Europa komt.