Ontslagbescherming voor OR-leden

14 februari 2011 | Door redactie

Voor verschillende groepen werknemers geldt ontslagbescherming. Zo mag uw bestuurder een werknemer tijdens de eerste twee ziektejaren niet ontslaan. Maar ook niet op grond van bijvoorbeeld godsdienst, ras of zwangerschap. Maar hoe zit dat met de ontslagbescherming voor OR-leden?

Een werkgever kan een arbeidsovereenkomst opzeggen als UWV WERKbedrijf hem hier toestemming voor geeft. Uw bestuurder kan een arbeidscontract ook via de kantonrechter laten ontbinden. Maar opzeggen mag niet altijd. In het Burgerlijk Wetboek is een aantal opzegverboden opgenomen, zo ook voor leden van medezeggenschapsorganen. Als er in uw raad een ambtelijk secretaris zetelt, geldt het opzegverbod ook voor hem. Dat houdt in dat een OR-lid niet ontslagen mag worden vanwége zijn medezeggenschap. Als hij het in zijn gewone werkzaamheden te bont maakt (zoals stelen op het werk of een collega seksueel intimideren) kan hij net zo goed ontslagen worden. Maar het geldende opzegverbod is – op een aantal uitzondering na – behoorlijk absoluut te noemen. Zo blijkt ook uit onderstaande rechtspraak.

Ontslagverbod in de praktijk

Een werkgever diende bij de rechtbank in Almelo een ontbindingsverzoek in voor een OR-lid. De OR zou per 1 januari 2010 zijn opgeheven. De werknemer vond echter dat de ondernemingsraad helemaal niet was verdwenen. Er waren wel plannen om de OR op te heffen en daar was ook over gestemd, maar instemming met de plannen betekende nog niet dat de OR was opgeheven. De kantonrechter besloot dat de ondernemingsraad formeel nog bestond. De werkgever kreeg op grond daarvan geen toestemming om de werknemer te ontslaan.
Kantonrechter Almelo, 30 augustus 2010, LJN: BN5579