Per 1 juli zijn er verschillende regels voor mensen met een arbeidsbeperking gewijzigd. De regels zijn onderdeel van het ‘breed offensief’ van het kabinet om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen en te houden.
Het breed offensief is een pakket aan maatregelen dat het voor werkgevers eenvoudiger en interessanter maakt om iemand met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Enkele van de nieuwe maatregelen per 1 juli verbeteren de loonkostensubsidie die werkgevers bij de gemeente kunnen aanvragen voor een werknemer met een arbeidsbeperking. De overheid vergoedt het verschil tussen de loonwaarde van de werknemer (de waarde van de arbeid die iemand met een ziekte of handicap nog uit kan voeren) en het wettelijk minimumloon. Deze vergoeding is nooit meer dan 70% van het wettelijk minimumloon.
Sinds 1 juli kunnen werkgevers de loonkostensubsidie niet alleen aanvragen vóór indiensttreding van de werknemer, maar ook als hij al in dienst is en minder productief blijkt te zijn. Aanvragen is mogelijk tot zes maanden na indiensttreding. Verder is de beslistermijn voor de gemeente aangepast: vanaf het moment dat de loonwaarde van de werknemer bekend is, heeft de gemeente vijf weken de tijd om te beslissen over de hoogte van de loonkostensubsidie.
Omdat het ondersteuningsaanbod voor werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking per gemeente flink kon verschillen en het niet altijd duidelijk was van welke ondersteunings- of re-integratiemiddelen zij gebruik konden maken, moeten gemeenten de beschikbare middelen voortaan in een verordening vastleggen. Ook moet elke gemeente bepaalde vormen verplicht aanbieden. Zo is er nu een expliciet aanvraagrecht voor persoonlijke ondersteuning op maat, bijvoorbeeld in de vorm van een door de gemeente gesubsidieerde jobcoach. Ook moet het duidelijk zijn welke op werk gerichte voorzieningen – zoals werkplekaanpassingen of vervoersvoorzieningen – de gemeente verstrekt of vergoedt. Tot slot is aan de Participatiewet de mogelijkheid voor een proefplaatsing (tool) toegevoegd, waarbij een werkgever een arbeidsbeperkte werknemer als proef twee maanden in dienst kan nemen (en onder voorwaarden en met goedkeuring van UWV maximaal zes maanden) zonder loonbetaling.
Om werkgevers en werkzoekenden zo goed mogelijk te bedienen, is Nederland onderverdeeld in 35 arbeidsmarktregio’s, waarbinnen UWV samenwerkt met gemeenten. Elke arbeidsmarktregio heeft een publiek aanspreekpunt voor werkgevers: het regionale werkgeversservicepunt. Hier kunnen werkgevers terecht voor potentiële kandidaten met een arbeidsbeperking, informatie en advies over beschikbare subsidies en voor ondersteuning bij het passend maken van werk en het bieden van bijvoorbeeld jobcoaching.