Loonkostensubsidie per 1 juli 2023 aangepast

5 juli 2023 | Door redactie

Sinds 1 juli 2023 gelden er een aantal wijzigingen ten aanzien van de loonkostensubsidie. Zo mogen werkgevers en werknemers onder voorwaarden de subsidie nu ook aanvragen als de werknemer al in dienst is, maar minder productief blijkt te zijn. Verder moet de gemeente de beslissing over een loonkostensubsidie binnen vijf weken nemen.

Werkgevers kunnen voor werknemers die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, onder voorwaarden een loonkostensubsidie (artikel) krijgen. Deze subsidie vergoedt het verschil tussen de loonwaarde van een werknemer en het minimumloon (inclusief vakantiebijslag). De loonwaarde is de waarde in geld van de arbeid die een arbeidsbeperkte werknemer nog kan verrichten ten opzichte van een vergelijkbare werknemer zonder beperking. Sinds 1 juli gelden er een aantal wijzigingen ten aanzien van de subsidie. Het doel hiervan is om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Loonkostensubsidie nu ook voor bestaande werknemers

Eén van de wijzigingen is dat werkgevers en werknemers de loonkostensubsidie aan kunnen vragen als de werknemer al in dienst is, maar minder productief blijkt te zijn. Dit kan tot zes maanden na de indiensttreding van de werknemer. De werknemer moet wel zes maanden voorafgaande aan de dienstbetrekking onderwijs hebben gevolgd aan het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs of een entreeopleiding hebben gevolgd. Eerder bestond het recht op de loonkostensubsidie alleen op het moment dat de dienstbetrekking tot stand kwam, niet als de werknemer al aan het werk was.

Beslissing over loonkostensubsidie moet binnen vijf weken

Een andere wijziging is dat de gemeente – de instantie die beslist over de toekenning van de loonkostensubsidie – nu vijf weken de tijd heeft om te beslissen over de toekenning van de loonkostensubsidie. Deze beslissingsperiode start nadat de loonwaarde van de werknemer is vastgesteld óf nadat besloten is dat de vaststelling van de loonwaarde achterwege kan blijven. Binnen de periode van vijf weken moet de gemeente daarover een beschikking afgeven.