Nieuwe procedure belastingaanslag op komst?

26 september 2023 | Door redactie

Het kabinet doet onderzoek naar een vernieuwing van de procedures voor belastingheffing. Dat kan er onder meer toe leiden dat een belastingplichtige straks niet meer eerst bezwaar hoeft te maken tegen een aanslag, maar die 'eenvoudig' kan laten aanpassen door de fiscus.

Het huidige heffingssysteem kan wel een update gebruiken, zo stelt het kabinet vast. In een brief aan de Tweede Kamer noemt staatssecretaris Van Rij van Financiën als voorbeeld dat belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting meerdere aangiftes kunnen doen. Als iemand na de eerste aangifte een fout ontdekt, kan hij binnen de aangiftetermijn nog een aangifte indienen om de eerste te corrigeren. De Belastingdienst gaat uit van de laatst ingediende aangifte. Het gaat om meer dan 100.000 aanvullingen in het eerste jaar na het aangiftejaar, schrijft Van Rij. Dit hele proces functioneert op zich prima, maar eigenlijk strookt het niet met de Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR). Daarin staat namelijk keurig dat iemand maar één keer aangifte kan doen. Dat leidt dus tot rechtsonzekerheid voor de belastingplichtige én juridische risico's voor de Belastingdienst, aldus de staatssecretaris.

Kabinet werkt gestaag door aan modernisering

Ook bijvoorbeeld de procedure voor 'massaal bezwaar' loopt tegen z'n grenzen aan. Bij de compensatie-operatie rondom box 3 van de inkomstenbelasting is gebleken dat alleen belastingplichtigen die eerder bezwaar hebben gemaakt ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Dat zou het idee kunnen wekken dat belastingplichtigen voor de zekerheid maar bezwaar moeten indienen, omdat zij anders naast een eventuele compensatie grijpen. Onwenselijk, vindt Van Rij. Daarom werkt het kabinet aan een modernisering en vereenvoudiging van het formeelrechtelijke systeem voor de belastingheffing, onder de noemer 'direct aanpassen'. Oorspronkelijk wilde het kabinet hiervoor begin 2024 een wetsvoorstel klaar hebben, zodat er een internetconsultatie kon starten. Maar nu het kabinet demissionair is, laat het de besluiten aan een nieuw kabinet. Niettemin: vanwege het belang van een modernisering wordt er wel gestaag doorgewerkt aan de plannen, waarbij het starten van een internetconsultatie nog steeds het doel is. Wel is het vrij essentieel dat de ICT van de Belastingdienst de wijzigingen aankan, en dat zal niet vóór belastingjaar 2028 het geval zijn. Daarbij moet ook onderzocht worden of het de aanpassing al meteen voor alle soorten belastingen mogelijk is.

Herzieningstermijn van 3 jaar voor aanslag

In zijn brief (pdf) schetst Van Rij de contouren van hoe een nieuw heffingssysteem eruit kan zien, aan de hand van de inkomstenbelasting. Enkele aspecten zijn:

  • Voor een wijziging hoeft een belastingplichtige niet meteen bezwaar te maken tegen de aanslag voor de inkomstenbelasting. In plaats daarvan kan de aanslag 'eenvoudig' worden herzien op verzoek van de belastingplichtige. Als de Belastingdienst dit verzoek (gedeeltelijk) afwijst, kan de belastingplichtige bezwaar maken en eventueel in beroep gaan (toolbox). Het idee hiervan is dat bezwaar en beroep alleen worden ingezet als er echt een geschil is tussen de belastingplichtige en de fiscus.
  • Er komt een 'herzieningstermijn' van 3 jaar na afloop van het belastingjaar. In die periode kan de belastingplichtige de aanslag dus nog laten wijzigen. Gedurende deze herzieningstermijn kan de belastingplichtige óók een beroep doen op zogenoemde nieuwe jurisprudentie. Komt er een voordelige gerechtelijke uitspraak voorbij (zoals bij box 3 gebeurde), dan kan de belastingplichtige die dus direct aangrijpen om de aanslag te laten herzien.
  • De Belastingdienst kan tijdens de herzieningstermijn ook de aanslag ambtshalve herzien in het nadeel van de belastingplichtige. Dit gebeurt via een beschikking, waartegen de belastingplichtige bezwaar kan maken. Tegelijkertijd is het de bedoeling dat er géén wettelijke voorwaarden meer gelden voor een nadelige herziening, terwijl dat nu wel zo is bij de navordering van inkomstenbelasting. Dat leidt tot meer rechtsonzekerheid bij belastingplichtigen, het kabinet onderzoekt nog hoe dit kan worden beperkt. Ook wordt nog onderzocht of er een extra lange termijn moet gelden voor een herziening in het nadeel van de belastingplichtige, bijvoorbeeld van 5 jaar. Dit lijkt op de huidige verlengde navorderingstermijn.
  • Na de herzieningsperiode van 3 jaar kan de aanslag (en daarmee de belastingschuld) in principe niet meer worden aangepast.