De Tweede Kamer wil dat het kabinet meer vaart maakt om de papieren rompslomp bij ondernemers de kop in te drukken. Een speciale 'mkb-toets', die nieuwe wetten en regels langs de meetlat van mkb'ers legt, moet zo snel mogelijk voor alle ministeries gaan gelden.
Bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Economische Zaken heeft de Tweede Kamer een hele trits moties aangenomen. Eén daarvan gaat over de mkb-toets. Die houdt in dat de wetgever al tijdens het opstellen van wetten bedenkt of mkb’ers daar in de praktijk wel mee uit de voeten kunnen. Die toets moet helpen om kleine ondernemers niet nodeloos op te zadelen met bergen papierwerk.
De ervaringenmet de mkb-toets bij wetgeving worden momenteel geëvalueerd. De bedoeling is dat de resultaten daarvan volgend jaar april naar de Tweede Kamer komen. De Kamer wil nu dat de mkb-toets ongeacht de uitkomsten van de evaluatie zo snel mogelijk voor alle ministeries gaat gelden.
Staatssecretaris Keijzer moet daarom bij de evaluatie al meteen een plan leveren hoe ze die invoering gaat regelen, zo staat in een motie (pdf) die is gesteund door de complete Tweede Kamer. Alle ministeries moeten dan volgens het zogenoemde ‘pas toe of leg uit’-principe gaan werken. Ofwel: in principe is de mkb-toets verplicht, tenzij er een goede reden is om het niet te doen.
Een andere motie (pdf) die unaniem aangenomen is, gaat over de regeldruk voor werkgevers. Wat de Kamer betreft moet het kabinet in kaart gaan brengen welke administratieve verplichtingen er komen kijken bij het in dienst hebben van werknemers. Want die zouden veel te veel tijd opslurpen van met name kleinere werkgevers. Het kabinet moet daarom met voorstellen komen om die regeldruk substantieel te verlagen.
Verder moet het kabinet van de Kamer aan de slag met de bescherming van ondernemingen met minder dan tien werknemers. In de onderhandelingen met grotere partijen zijn zij minder beschermd dan consumenten. Maar in de praktijk is de vraag of deze kleine ondernemingen nu wel zo veel meer kennis in huis hebben dan een willekeurige consument. Daarom zou de regering moeten onderzoeken of zij ook niet meer wettelijke bescherming moeten krijgen.