Als een werkgever in 2023 bedragen aan iemand heeft betaald die niet als ondernemer bij hem werkte en ook niet bij hem in (fictieve) dienstbetrekking was, moet hij deze uitbetaalde bedragen aan derden vóór 1 februari 2024 aanleveren aan de Belastingdienst.
Werkgevers hebben een wettelijke plicht om opgaaf te doen van betalingen en verstrekkingen aan niet-werknemers. Daarmee bedoelt de Belastingdienst personen die de werkgever voor werkzaamheden voor zijn organisatie betaalt, maar voor wie hij geen aangifte loonheffingen doet. Dit zijn de zogenoemde uitbetaalde bedragen aan derden (artikel). Het gaat om betalingen in geld en de waarde van verstrekkingen in natura.
De werkgever kan de gegevens van de uitbetaalde bedragen aan derden (artikel) aanleveren wanneer het hem uitkomt. Maar dit moet wel uiterlijk vóór 1 februari van het jaar na het jaar waarin hij de bedragen heeft betaald. Betaalde hij dus in 2023 bedragen aan derden? Dan moet hij deze betalingen dus voor 1 februari 2024 aan de fiscus aanleveren. Betalingen in 2024 mag hij gedurende 2024 doorgeven, maar moeten uiterlijk vóór 1 februari 2025 zijn doorgegeven.
Er zijn twee manieren om de gegevens aan te leveren: via het gegevensportaal van de Belastingdienst of via Digipoort. Werkgevers moeten de volgende gegevens doorgeven:
De Belastingdienst heeft een handleiding over de gegevensaanlevering (pdf) van uitbetaalde bedragen aan derden.