Dochters voelen zich zwaarder belast door mantelzorg voor (een van beide) ouders dan zonen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat komt doordat vrouwen ook het grootste aandeel hebben in het huishouden en de zorg voor kinderen.
Het aantal ouderen dat zorg nodig heeft en dit in informele kring krijgt, neemt toe. Inmiddels levert een op de drie kinderen met ouders ouder dan tachtig jaar mantelzorg (artikel). Hun aantal zal alleen maar toenemen en het zijn vooral vrouwen die hiervan de dupe zijn. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat bijna de helft van alle dochters van 80-plussers mantelzorg geeft en een kwart van alle zonen. 14 procent van de dochters geeft minstens 8 uur per week mantelzorg. Bij de zonen is dat 7 procent. Dochters voelen zich zwaarder belast dan zonen (9 versus 4 procent). In de toekomst zal de druk om zorg te verlenen alleen maar toenemen. In de afgelopen tien jaar nam het aantal 80-plussers met bijna een kwart toe, terwijl het aantal kinderen van 80-plussers afnam.
Dat vrouwen zich zwaarder belast voelen, komt niet zozeer doordat ze meer tijd aan mantelzorg besteden maar door dat ze daarnaast andere zorgtaken hebben. Deze vrouwen zijn tussen de 50 en 60 jaar en hebben vaak nog thuiswonende kinderen. Ook die zorg komt voor hun rekening. Mannen werken dan wel relatief vaker buitenshuis in een betaalde baan, maar dat wordt als minder belastend ervaren. Vrouwen die mantelzorgen en voor de kinderen en het huishouden zorgen, werken daarnaast vaak ook nog. Door deze dubbele taken lopen ze risico overbelast te raken en dreigt op het werk verzuim vanwege stressklachten. Werkgevers doen er goed aan oog te hebben voor deze belasting door zorgtaken. De zorg voor oude en zieke ouders is vaak niet uit te besteden. Ondersteuning van werkende mantelzorgers is maatwerk. Hiervoor is een open gesprek nodig.