De ondernemingsraad (OR) heeft het recht om advies in te winnen bij een in- of externe deskundige. Dat is vastgelegd in artikel 16 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Een OR kan bijvoorbeeld een cursusleider of een gespecialiseerde adviseur inschakelen.
De OR krijgt met allerlei uiteenlopende onderwerpen te maken. Het is dus niet gek dat de OR niet alle kennis en ervaring in huis heeft. Het kan daarom verstandig zijn om bijvoorbeeld voor de afhandeling van advies- of instemmingstrajecten advies in te winnen bij deskundigen. Heeft de OR een duidelijke opdracht geformuleerd voor een deskundige, dan is het makkelijker om te bepalen welk type adviseur de OR het beste kan inschakelen (artikel 16 WOR).
Ieder type adviseur kent voor- en nadelen. Zo is het grote voordeel van een cursusleider dat hij de OR-leden, de organisatie en de eventuele problemen en knelpunten relatief goed kent, omdat dit tijdens de cursus al ter sprake komt. Hij kan daardoor zijn advies goed afstemmen op de specifieke omstandigheden van de OR en de organisatie. De OR doet er daarom ook goed aan om een cursusleider te vragen of hij ook na afloop van de cursus beschikbaar is voor eventuele vragen. Een nadeel bij het inschakelen van een cursusleider is dat hij mogelijk niet genoeg kennis heeft over het specifieke vraagstuk van de OR. Voor bijvoorbeeld een adviesvraag in het kader van een reorganisatie, fusie of pensioenwijziging, is heel specialistische kennis nodig die de cursusleider mogelijk niet bezit. De OR dan beter een specialist inschakelen die echt goed thuis is in dat specifieke onderwerp en die bij voorkeur liefst ook goed begrijpt hoe de medezeggenschap werkt.
Een gespecialiseerde adviseur bezit kennis en ervaring op een bepaald vakgebied. Denk aan een deskundige op het gebied van arbo, financieel beleid, arbeidsvoorwaarden, reorganisaties, fusies of automatisering. Zo’n specialist kan bijvoorbeeld een adviesaanvraag beoordelen, een probleemanalyse opstellen of alternatieven bedenken voor de maatregelen die de bestuurder wil nemen. Een nadeel kan zijn dat de specialist te weinig kennis heeft over de medezeggenschap. Heeft de OR op beide gebieden advies nodig, dan kan de raad de specialist vragen om een inhoudelijk advies en de cursusleider om advies over de te volgen strategie bij de onderhandelingen. Zo krijgt de OR inhoudelijke ondersteuning, maar ook begeleiding bij het proces van een advies- of instemmingstraject.