Nieuwe WOR-regels nog niet helemaal bekend

15 april 2015 | Door redactie

Een kantonrechter hield in een recente rechtszaak de versie van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) aan van vóór 19 juli 2013. Omdat een OR niet eerst naar de bedrijfscommissie voor bemiddeling was gegaan, maar direct naar de kantonrechter was gestapt, besloot de kantonrechter om de OR niet-ontvankelijk te verklaren. Sinds de wijziging van de WOR in 2013 hoeft de OR echter niet meer eerst langs de bedrijfscommissie.

Het geschil tussen de ondernemingsraad (OR) en de bestuurder ging over de kosten voor een pensioendeskundige die de OR wilde inhuren (artikel 16 WOR). In het verleden had de OR nog advies ingewonnen bij een advocatenkantoor vanwege de overgang van pensioenrechten en omdat de OR een rol speelde bij het pensioen van de achterban. Aangezien de groepsondernemingsraad (GOR) zich al bezighield met de pensioenen vond de bestuurder dat de OR daarbij geen rol hoefde te vervullen. Om die reden was de bestuurder niet akkoord gegaan met de kosten voor het inhuren van een pensioendeskundige.

Kosten voor deskundige bij vervulling van een taak door de OR

De kantonrechter oordeelde dat de OR niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat de juiste wettelijke voorschriften niet waren gevolgd. Volgens (de oude versie van) artikel 36, lid 3 WOR moest de OR namelijk eerst bij de bedrijfscommissie langs voor bemiddeling. Pas dan mocht hij naar de kantonrechter stappen. Maar ook als de OR wel ontvankelijk zou zijn geweest, zou de rechter het verzoek hebben afgewezen. Volgens artikel 22 WOR moest de bestuurder de kosten van een deskundige vergoeden als die kosten noodzakelijk waren voor de vervulling van een taak van de OR. Er lag echter geen voorgenomen besluit klaar op zowel OR- als GOR-niveau op het gebied van pensioen en het onderwerp stond ook niet gepland voor een overlegvergadering.

OR hoeft niet eerst langs de bedrijfscommissie

Het is opvallend dat de rechter oordeelde dat de OR niet-ontvankelijk was. De OR was vroeger inderdaad nog verplicht om bij een geschil met de bestuurder eerst naar de bedrijfscommissie te stappen voor bemiddeling. Maar op 19 juli 2013 is de WOR gewijzigd en zijn artikel 36, lid 3 en 4 WOR komen te vervallen (zie daarvoor de vaktool ‘Wijzigingen in de WOR 2013’). De OR mag daardoor direct bij de kantonrechter aankloppen en mag vrijwillig besluiten om eerst langs de bedrijfscommissie te gaan.
Rechtbank Overijssel, 4 maart 2015, ECLI (verkort): 1194