Standpunt Kennisgroep over einde 30%-vergoeding

28 augustus 2023 | Door redactie

Als een werkgever loon uitbetaalt na het einde van de looptijd van de 30%-regeling, behoort dit loon niet tot de grondslag van de 30%-regeling. Dat blijkt uit een standpunt van de Kennisgroep Internationaal Belastingrecht IB-niet winst/LB/PH aanslag.

Werkgevers mogen aan een buitenlandse werknemer onder voorwaarden een onbelaste vaste kostenvergoeding geven als tegemoetkoming in de extra kosten voor het verblijf in Nederland, de zogenoemde 30%-regeling. De Kennisgroep Internationaal Belastingrecht IB-niet winst/LB/PH aanslag van de Belastingdienst heeft een standpunt gepubliceerd over als de loonbetaling plaatsvindt in een kalendermaand waarin de 30%-regeling eindigt.
Dit standpunt komt voort uit de volgende casus: een werknemer maakte gebruik van de 30%-regeling waarvan de looptijd eindigde op 20 maart 2023. De tewerkstelling van de werknemer liep na 20 maart 2023 door. De loonbetaling van maart vond plaats op 24 maart.

Loon moet zijn genoten tijdens de looptijd van de 30%-regeling

Volgens de kennisgroep was de 30%-regeling niet van toepassing als de looptijd van de 30%-regeling eindigde op 20 maart en de loonbetaling plaatsvond op 24 maart. In het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB 1965) is namelijk bepaald dat het loon moet zijn genoten tijdens de looptijd van de bewijsregel. Het genietingsmoment lag in dit geval na het einde van de looptijd.
De 30%-regeling was wel van toepassing geweest als de looptijd van de 30%-regeling eindigde op 25 maart en de loonbetaling plaatsvond op de 24 maart. Het loon werd dan genoten tijdens de looptijd van de bewijsregel. De bewijsregel was echter alleen van toepassing op loon genoten tijdens de looptijd van de 30%-regeling. Op het loon dat zag op de dagen na de 25e van die maand was de bewijsregel dus niet van toepassing.