Nu de belastingtarieven voor 2024 definitief vaststaan, kunnen directeuren-grootaandeelhouders (dga's) ook weer aan de jaarlijkse sommen beginnen. Zoals: is het fiscaal voordeliger om dividend uit te keren of juist om extra salaris op te nemen? In de meeste gevallen zal de dividenduitkering puur fiscaal gezien voordeliger zijn.
De Eerste Kamer heeft deze week groen licht gegeven voor de belastingplannen voor 2024. Dit betekent dat de belastingtarieven en normbedragen voor komend jaar definitief bekend zijn. Voor dga's is onder meer van belang dat het standaardbedrag voor het gebruikelijk loon dat een dga moet opgeven in de loonaangifte fiks stijgt, van € 51.000 naar € 56.000.
Voor een antwoord op de vraag of het voor een dga fiscaal voordeliger is om een dividenduitkering of juist een extra salarisbetaling te doen, zijn de ontwikkelingen in de vennootschapsbelasting (VPB) en de inkomstenbelasting van belang. Voor een dividenduitkering betaalt de dga eerst VPB en daarna inkomstenbelasting in box 2. Voor extra salaris is het tarief in box 1 van de inkomstenbelasting van belang. De tarieven in de VPB blijven gelijk, dus 19% tot een winst van € 200.000, en daarboven 25,8%. In box 2 geldt in 2024 tot een inkomen uit aanmerkelijk belang van € 67.000 een tarief van 24,5%. Boven die grens is het 33%. In box 1 geldt tot een inkomen van € 75.518 een tarief van 36,97%, en daarboven 49,5%.
Aan de hand van die getallen valt de gecombineerde belastingdruk voor de dividendroute uit te rekenen. Daarbij maakt het uiteraard (veel) verschil of de dga in het lage tarief in box 2 blijft én in welk VPB-tarief de dividenduitkering valt. Bij een laag VPB-tarief en laag tarief in box 2 komt de gecombineerde belastingdruk voor 2024 uit op 38,85%. Dat loopt op tot 50,29% als de dga bij zowel de VPB als in box 2 in het hoge tarief valt (een uitgebreidere tabel staat in deze Vraag & Antwoord). Deze percentages geven aan dat bij hogere bedragen een dividenduitkering fiscaal voordeliger is, omdat de dga bij meer salaris al snel in het toptarief van 49,5% in box 1 terechtkomt. Bij kleinere bedragen kan dat anders liggen, als de dga dat toptarief weet te vermijden. Tegelijkertijd zet de extra uitkering dan mogelijk te weinig zoden aan de dijk.
Daarmee wijkt de conclusie voor 2024 niet veel af van de afgelopen jaren. Want ook toen was het alleen bij kleinere bedragen voordelig om voor meer salaris te kiezen in plaats van voor dividend. Voor de volledigheid hieronder de percentages aan belastingdruk vanaf 2020.
| 2020 | 2021 | 2022 | ||||
| VPB (laag tarief) | 16,5% | 15% | 15% | |||
| VPB (hoog tarief) | 25% | 25% | 25,8% | |||
| Box 2 | 26,25% | 26,25% | 26,9% | 26,9% | 26,9% | 26,9% |
| Gecombineerde belastingdruk: | 38,42% | 44,69% | 37,87% | 45,18% | 37,87% | 45,76% |
| Box 1 (laag tarief) | 37,35% | 37,1% | 37,07% | |||
| Box 1 (hoog tarief) | 49,5% | 49,5% | 49,5% |
Enig rekenwerk is sowieso geen overbodige luxe voor de dga. Want ook de aanpak van zogeheten excessieve leningen speelt nog een rol. Al te hoge leningen van dga's bij hun eigen bv zijn belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Tot nu toe lag de grens voor een excessieve lening op € 700.000, maar met ingang van 2024 is dat € 500.000. Dat betekent dus dat meer dga's te maken krijgen met de maatregel. En dat kan een extra reden zijn om dividend uit te keren, om zo de lening te verlagen.
Een andere vraag is of het intussen niet fiscaal voordeliger is om de bv in te ruilen voor een onderneming voor de inkomstenbelasting. Een dga kan immers geen gebruikmaken van de regelingen voor ondernemersaftrek. Die regelingen worden wel enigszins versoberd, maar nog steeds is voor een ondernemer voor de inkomstenbelasting 13,31% van de winst vrijgesteld van belasting via de mkb-winstvrijstelling. Ondertussen stijgt bijvoorbeeld het voor dga's verplichte gebruikelijk loon hard door. Ook heeft box 2 nu dus een toptarief van 33%, terwijl dit in 2023 nog maximaal 26,9% was.