Belastingtarieven 2024 zijn definitief

De Tweede Kamer heeft al op 27 oktober groen licht gegeven voor de plannen, waarbij de begroting wel voor miljarden is verbouwd. Vandaag heeft ook een ruime meerderheid van de Eerste Kamer vóór de plannen gestemd. Alleen de fracties van FVD en JA21 stemden tegen. Het pakket wetten omvat niet alleen het Belastingplan 2024, maar bijvoorbeeld ook een wet met wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting. Wel is een wetsvoorstel dat verschillende klimaatmaatregelen oplegt aan de industrie juist verworpen door de Eerste Kamer.

Onbelaste reiskostenvergoeding, vrije ruimte WKR

Nu ook de Eerste Kamer akkoord is, kunnen de eerder aangekondigde fiscale plannen voor 2024 ook in werking treden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de mogelijkheden voor een onbelaste kilometervergoeding opnieuw verruimd worden. Werkgevers mogen vanaf 2024 namelijk € 0,23 per kilometer onbelast vergoeden aan werknemers. Dit jaar is dat nog € 0,21 per kilometer (en daarvóór jarenlang € 0,19).
Daarnaast wordt de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) weer wat beperkt. Voor 2024 is de vrije ruimte 1,92% van de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom van een organisatie, en boven die grens 1,18%. In 2023 hebben organisaties nog een vrije ruimte van 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom.

Tarief eerste schijf inkomstenbelasting licht omhoog

Ook de tarieven in de inkomstenbelasting en de loonbelasting staan met de instemming van de Eerste Kamer definitief vast. Het tarief in de eerste schijf gaat achter de komma licht omhoog, van 36,93% naar 36,97%. Het toptarief blijft 49,5%. Wel komen belastingplichtigen relatief snel in het hoge tarief terecht, want de inkomensgrens wordt niet zo ver opgehoogd als op grond van de inflatie zou moeten. Voor 2024 ligt het omslagpunt tussen het lage en het hoge tarief bij een inkomen van € 75.518, tegen € 73.031 in 2023. Een volledig overzicht van de tarieven vindt u onderaan dit bericht. De bedragen voor de heffingskortingen voor 2024 staan in dit overzicht.
Daarnaast neemt de overheid opnieuw een hap uit de zelfstandigenaftrek voor ondernemers. Die gaat omlaag van € 5.030 naar € 3.750. Ook de mkb-winstvrijstelling daalt per 2024. Het kabinet stelde voor om die te verlagen van 14% naar 12,7%, maar de Tweede Kamer heeft daar 13,31% van gemaakt.

Twee tarieven in box 2, tarief box 3 naar 36%

In de inkomstenbelasting zijn er ook flinke wijzigingen in box 2, het inkomen uit aanmerkelijk belang. Deze box krijgt met ingang van 2024 voor het eerst twee tarieven. Tot een inkomen van € 67.000 geldt een tarief van 24,5%, en boven die grens is het 33%. Dit toptarief zou eigenlijk 31% worden, maar de Tweede Kamer heeft daar in de zoektocht naar financiële dekking nog twee procentpunt bovenop gedaan. Dat geldt ook voor het tarief in box 3, voor inkomen uit sparen en beleggen. Het kabinet wilde het algemene tarief in box 3 versneld verhogen van 32% naar 34%, maar de Tweede Kamer heeft daar 36% van gemaakt.

Tarieven VPB blijven gelijk in 2024

Na flinke schommelingen de afgelopen jaren blijven de tarieven in de VPB komend jaar gelijk. Tot een winst van € 200.000 geldt een laag tarief van 19%, en boven die grens is het tarief 25,8%.
Ook een ingreep die directeuren-grootaandeelhouders (dga's) raakt is met de instemming van de Eerste Kamer definitief. Die heeft te maken met de zogeheten excessieve leningen van dga's bij hun eigen bv. Voor leningen boven een bepaalde grens moeten dga's gaan afrekenen in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit jaar ligt die grens nog op € 700.000, maar de Tweede Kamer heeft dat bedrag vrij plotseling verlaagd naar € 500.000. Die verlaging gaat per 2024 gelden, en is dus nog niet van toepassing op het eerste meetmoment voor excessieve leningen, eind dit jaar.

Eerste Kamer: effecten van maatregelen analyseren

De Eerste Kamer heeft dus ingestemd met de plannen voor 2024, maar de Senaat heeft wel diverse moties aangenomen die de regering vragen om goed te kijken naar de effecten van diverse maatregelen. Zo was er een meerderheid voor de oproep om de effecten van de extra verhoogde tarieven in box 2 en box 3 te analyseren en eventuele ongewenste effecten te repareren in het Belastingplan 2025. Een soortgelijke oproep komt uit een aangenomen motie over de 30%-regeling.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën deed bovendien nog voor de stemmingen op verzoek van enkele fracties een extra toezegging. Het demissionaire kabinet zal zich ‘maximaal inspannen’ om budgettaire alternatieven te vinden voor ingrepen in de 30%-regeling, de belasting op inkoop van eigen aandelen, de verhoogde tarieven in box 2 en box 3 en de extra verhoging van de bankenbelasting. Van Rij wil de alternatieven rond de publicatie van de Voorjaarsnota medio mei klaar hebben, maar laat de keuze voor die alternatieven aan het parlement.

Inkomstenbelasting / loonbelasting tot AOW-leeftijd

Voor AOW'ers van na 1945

Voor AOW'ers van vóór 1946