Nota van wijziging over LKV ouderen naar Tweede Kamer

25 januari 2024 | Door redactie

Het demissionaire kabinet wil het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer stapsgewijs afschaffen. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) stuurde onlangs de nota van wijziging naar de Tweede Kamer.

Lees ook het nieuwsartikel Doek valt per 2025 voor lage-inkomensvoordeel (LIV)

Werkgevers kunnen onder voorwaarden (artikel) het LKV oudere werknemer krijgen als zij werknemers van 56 jaar of ouder in dienst nemen. Maar omdat deze regeling niet goed genoeg werkte, heeft het kabinet in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dit loonkostenvoordeel te willen afschaffen per 1 januari 2026. Demissionair minister Van Gennip van SZW liet de Tweede Kamer in november 2023 weten dat dit stapsgewijs gaat gebeuren. Inmiddels ligt de nota van wijziging bij de Tweede Kamer.

Verlaging LKV merkbaar vanaf 2026

Als eerste worden de bedragen van het LKV oudere werknemer verlaagd van € 3,05 per uur (maximaal € 6.000 per jaar) in 2024 naar € 1,35 per uur (maximaal € 2.600 per jaar) in 2025. Omdat de uitbetaling van het LKV een jaar later plaatsvindt, krijgen werkgevers in 2026 te maken met de verlaging. Vanaf 1 januari 2026 heeft de werkgever voor deze werknemer geen recht meer op LKV ouderen. Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024, wordt het LKV ouderen niet verlaagd en niet afgeschaft.

Beperkte gevolgen voor de werkgelegenheid

Van Gennip schrijft dat het door de afschaffing van het LKV voor sommige werkgevers minder aantrekkelijk kan zijn om oudere werknemers in dienst te nemen en te houden. Maar volgens haar zullen de gevolgen van de stapsgewijze afschaffing op de werkgelegenheid beperkt zijn. Uit de evaluatie van de loonkostenvoordelen bleek namelijk dat het LKV oudere werknemer hierop geen significant effect heeft. Uit de nota van wijziging blijkt verder ook dat zowel UWV als de Belastingdienst de afschaffing van het LKV uitvoerbaar en haalbaar vinden.