Psychosociale arbeidsbelasting heeft ook factoren buiten het werk

30 september 2021 | Door redactie

Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is goed voor 20% van de totale werkgerelateerde ziektelast in Nederland. PSA ontstaat door factoren op het werk. Maar of iemand hier stress van krijgt en in welke mate, wordt mede bepaald door factoren die búíten het werk liggen. Het RIVM onderzocht welke dit zijn.

Stress als gevolg van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) wordt in de eerste plaats veroorzaakt door factoren op het werk: het werk zelf, de werkplek en de mensen op het werk. Door te ingewikkeld werk of structureel te veel werk hebben, kan iemand hoge werkdruk ervaren. Ongewenst gedrag van collega’s of klanten kan stress veroorzaken, denk aan agressief gedrag en pesten. Er spelen echter ook factoren buiten het werk mee. PSA kan lichamelijke en psychische klachten veroorzaken. Soms zelfs zo erg dat dit leidt tot ziekteverzuim en langdurige arbeidsongeschiktheid. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht welke factoren bepalen of iemand stress ervaart en risico loopt om gezondheidsklachten te ontwikkelen, en in welke mate deze factoren daaraan bijdragen.  

Copingvaardigheden werknemer spelen een rol

Of werknemers uitvallen door PSA wordt mede bepaald door persoonskenmerken, leefstijl, gedrag en leef- en woonsituatie. Sommige van deze factoren hebben een sterkere invloed op het ontwikkelen van psychische gezondheidsklachten zoals een burn-out en stress, dan andere. Werknemers met weinig zelfvertrouwen en veerkracht lopen meer risico een burn-out te ontwikkelen. Of werknemers voldoende copingvaardigheden hebben, speelt hierbij een rol: in hoeverre kan iemand omgaan met tegenslag of problemen, binnen en buiten het werk. Ook een ongezonde leefstijl (slechte voeding, weinig bewegen) en ongunstige leef- en woonomstandigheden zoals een verstoorde werk-privébalans door mantelzorg of het hebben van schulden, vergroten het risico op klachten.

Meer risico door werkdruk en gebrek aan sociale steun

Het RIVM heeft deze determinanten in beeld gebracht in een factsheet en gerangschikt op omvang en sterkte van het bewijs. Van alle determinanten die een rol spelen bij het ontwikkelen van psychische klachten, is de bewijslast voor die van hoge werkdruk en gebrek aan sociale steun het sterkst. Zo is door verschillende wetenschappelijke onderzoeken aangetoond dat hoge taakeisen en lage autonomie de kans op burn-outklachten vergroten. Datzelfde geldt voor gebrek aan sociale steun na ingrijpende gebeurtenissen op het werk, zoals agressie en geweld, discriminatie, intimidatie en pestgedrag. Vooral onvoldoende steun van leidinggevenden vergroot de kans op psychische klachten. Met een goed PSA-beleid kunnen werkgevers deze risico’s wegnemen of verkleinen en uitval door burn-out voorkomen(toolbox). De factsheet Impactvolle determinanten: Psychosociale arbeidsbelasting is te downloaden van de site van het RIVM.