Complex verzuim vraagt om integrale aanpak

Complex verzuim duurt vaak lang en heeft niet één duidelijke oorzaak. Voor complexe ziekteverzuimproblematiek bestaat niet zomaar één oplossing. Vaak is er sprake van problematische kwesties op meerdere gebieden die op elkaar inwerken. Een paar voorbeelden van ziektebeelden:

• SOLK (somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten), tegenwoordig liever ALK genoemd (aanhoudende lichamelijke klachten). Het gaat om pijn, moeheid, duizeligheid, functiestoornissen of afwijkingen in de waarneming. Die duren langer dan enkele weken. Het zijn nogal eens ernstige klachten met bijkomende spanning, concentratie- en geheugenverlies, slaapproblemen, angst of depressie.
• Fibromyalgie, pijn van spieren en vezels zonder duidelijke oorzaak.
• CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) met als hoofdklacht onverklaarbare ernstige en langdurige vermoeidheid, die niet verbetert met rust en die het functioneren belemmert.
• ME, myalgische encephalomyelitis, waarbij de vermoeidheid zou kunnen samenhangen met een aandoening in de hersenen. Vanwege de grote gelijkenis spreken topexperts van één aandoening: ME/CVS. Die is exact gedefinieerd, maar de diagnose steunt vrijwel volledig op informatie van de patiënt zelf.

Maatregelen bij complex verzuim

Er zijn verschillende mogelijkheden om complex verzuim aan te pakken:

• Informeren en begrip stimuleren. Bij ziekten zonder lichamelijke oorsprong denken velen aan een psychische aandoening. Maar daarvoor is bij ALK en ME/CSV (nog) geen bewijs. Vaak voelen patiënten zich niet serieus genomen. De omgeving moet niet suggereren  dat het ‘tussen de oren zit’. Dat werkt herstel tegen.
• De bedrijfsarts kan de werknemer met ME/CVS aanzetten tot een gezonde leefstijl (artikel) en activiteit binnen de grenzen van de belastbaarheid. Een goede balans tussen werk en privé is ook belangrijk (artikel).
• Inschakelen van een arbeidsdeskundige kan ook helpen. Dat werkt twee kanten op: de arbeidsdeskundige (artikel) weet hoe werk en werkplek maximaal aan te passen aan de mogelijkheden van de werknemer, maar ook kan hij de werknemer motiveren om zich bijvoorbeeld om te scholen.