UWV kampt al lange tijd met achterstanden in de beoordelingen voor een WIA-uitkering. Een tijdelijke maatregel maakt de procedure voor de beoordeling eenvoudiger, waardoor er jaarlijks meer aanvragen kunnen worden behandeld. Het wijzigingsbesluit hiervoor ligt nu ter internetconsultatie.
Lees ook het nieuwsartikel: Feitelijke verdiensten per 1 juli leidend bij WIA-keuring
Eerder dit jaar nam minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid al de nodige maatregelen om de achterstanden in de beoordeling van aanvragen van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) te verkleinen. De achterstanden zijn iets ingelopen, maar nog niet volledig weggewerkt. Daarom heeft Van Gennip de tijdelijke maatregel ‘Praktisch beoordelen’ voorgesteld. Die houdt in dat alleen op basis van wat mensen feitelijk verdienen een beoordeling wordt gemaakt van de mate van hun arbeidsongeschiktheid. Hierdoor kan UWV naar verwachting 2.000 tot 3.000 meer WIA-claimbeoordelingen per jaar uitvoeren. De maatregel moet per 1 juli 2024 ingaan en loopt gedurende drie jaar.
Als werknemers langdurig arbeidsongeschikt raken, kunnen zij een WIA-uitkering aanvragen. Bepalend hiervoor – en voor de hoogte van de uitkering – is de mate van arbeidsongeschiktheid. De huidige regels schrijven voor dat bij werknemers die nog inkomsten uit arbeid hebben, zowel een praktische als een theoretische beoordeling (een schatting van wat iemand in theorie nog kan verdienen) plaatsvindt. De beoordeling met de laagste mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt of iemand wel of niet een WIA-uitkering krijgt. Door de tijdelijke maatregel vervalt de theoretische schatting. Dit scheelt tijd en mankracht, waardoor jaarlijks 2.000 tot 3.000 extra WIA-aanvragen kunnen worden beoordeeld.
Reageren op het wijzigingsbesluit kan tot 18 december 2023 via internetconsultatie.nl.