Werkgevers bieden werknemers oppas van de zaak aan

7 oktober 2022 | Door redactie

Werknemers met kinderen kunnen in de problemen komen door de personeelstekorten in de kinderopvang. Om te voorkomen dat dit doorwerkt in de bezetting (en om aantrekkelijk te zijn op de arbeidsmarkt) zijn er werkgevers die een oppas van de zaak regelen als secundaire arbeidsvoorwaarde.

Kinderopvang speelt een belangrijke rol in het ondersteunen van ouders bij het combineren van werk en zorg en is daarmee een belangrijke randvoorwaarde voor de arbeidsparticipatie in Nederland. Ook functioneren werknemers beter als het thuis goed geregeld is. Nu er lange wachtlijsten zijn en kinderopvangorganisaties soms zelfs bestaande contracten opzeggen, gaan sommige werkgevers een samenwerking aan met een oppasplatform. Hierbij kunnen werknemers maandelijks een bepaald aantal uren gebruikmaken van de dienstverlener of een budget krijgen dat ze zelf kunnen besteden.

Vergoeding of verstrekking geldt als loon

De kosten voor een kinderoppas zijn fiscaal gezien te vergelijken met de kosten voor (externe) kinderopvang. Als een werkgever voor werknemers de kosten van kinderopvang betaalt, moet hij deze vergoeding of verstrekking als loon behandelen en hierop dus loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden. Ook moet hij er premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) over afdragen. Maar een werkgever kan de vergoeding ook aanwijzen als zogeheten eindheffingsloon en ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling laten komen. De vergoeding is dan in principe onbelast. Specifiekere regels hierover staan in hoofdstuk 22.3.2 van het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.
Wel is het ook bij de oppas van de zaak de vraag of de arbeidsvoorwaarde (nog heel lang) een goede oplossing is. Oppasplatforms geven namelijk aan door de toegenomen vraag ook steeds lastiger aan voldoende oppassers te komen, met dreigende wachtlijsten tot gevolg. Bovendien is de kwaliteit van oppassers – ondanks de screening van oppasplatforms – minder gegarandeerd dan van gediplomeerde pedagogische professionals in de kinderopvang.

Overheid werkt aan vergroten personeelsaanbod

Om een einde te maken aan de opvangproblemen van werknemers, heeft minister Van Gennip van SZW maatregelen aangekondigd om het personeelsaanbod in de kinderopvang te vergroten. Zo mogen kinderopvangorganisaties onder meer twee jaar langer, tot 1 juli 2024, maximaal 50% van de bezetting invullen met werknemers in opleiding. Daarnaast laat de minister onderzoeken of gediplomeerde nieuwkomers, zoals statushouders of Oekraïners, ingezet kunnen worden op opvanglocaties waar veel kinderen zitten die geen Nederlands spreken of als groepshulp ter ondersteuning van werknemers van kinderopvanglocaties. Verder verkent het kabinet de mogelijkheden om meer uren werken te stimuleren, om de inzet van werknemers meer te spreiden door opvang op daldagen (woensdag en vrijdag) goedkoper te maken en om de knelpunten van combinatiebanen, waarbij mensen in zowel het onderwijs als de kinderopvang kunnen werken, weg te nemen.
Het kabinet kondigde op Prinsjesdag echter ook een aantal maatregelen aan om kinderopvang toegankelijker en betaalbaarder te maken, waardoor het de verwachting is dat het personeelstekort in de kinderopvang nog verder zal oplopen. Een andere mogelijke manier voor werkgevers om de impact van kinderopvangproblemen op de bezetting te verminderen, is bijvoorbeeld flexibel roosteren.

Bijlagen bij dit bericht