Als werkgever moet u het loon doorbetalen van een werknemer die u schorst. Uit een uitspraak van de kantonrechter in Breda blijkt dat u onder bepaalde omstandigheden ontkomt aan deze verplichting. Het gaat dan om omstandigheden die in de risicosfeer van de werknemer vallen en waardoor het onaanvaardbaar is dat u het loon moet doorbetalen.
De hoofdregel is dat een schorsing in de risicosfeer van de werkgever valt. Door een werknemer te schorsen, zorgt u er namelijk voor dat hij zijn werk niet meer kan uitvoeren. Hierdoor bent u als werkgever verplicht om het loon door te betalen. Dat is ook zo als de werknemer aanleiding geeft tot de schorsing, bijvoorbeeld omdat er een strafrechtelijke verdenking tegen hem bestaat. Maar bepaalde omstandigheden kunnen toch leiden tot het vervallen van de loondoorbetalingsplicht. Dat oordeelde de kantonrechter in Breda onlangs.
In deze zaak schorste de werkgever zijn werknemer zonder behoud van loon, omdat de werknemer werd verdacht van een aantal misdrijven. De rechter oordeelde dat het bestaan van een strafrechtelijke verdenking op zich niet betekent dat de werkgever het loon niet hoeft te betalen. Echter, de bijzondere omstandigheden in deze zaak maakten een loondoorbetalingsplicht onaanvaardbaar. Zo had de werkgever door de misdrijven – oplichting, verduistering, witwassen, het meewerken aan verboden transacties en omkoping – ernstige materiële en immateriële schade geleden. Bovendien weigerde de werknemer mee te werken aan het onderzoek naar de misdrijven.
De rechter vond dat het door deze omstandigheden onaanvaardbaar was om loondoorbetaling te eisen van de werkgever. In bepaalde situaties is het dus mogelijk om een werknemer te schorsen zonder behoud van loon.
Kantonrechter Breda, 16 januari 2013, LJN: BY8467