Een coachingstraject om het functioneren te verbeteren, kan erin resulteren dat werknemers effectiever en efficiënter werken. Wat het exacte doel ook is: een coachingstraject zal altijd meer inzicht geven in de ontwikkeling van de werknemer. Toch wordt niet elk probleem ermee opgelost.
Een coachingsproces (tool) kan veel verschillende vormen hebben. De leidinggevende kan aan de slag gaan met een individuele werknemer, maar ook met een heel team. Ook de duur van het proces kan variëren, van enkele weken tot enkele maanden. Een succesvol coachingsproces heeft echter bijna altijd bepaalde kenmerken. Zo stellen de werknemer en de leidinggevende eerst samen de doelen vast van het traject en bespreken ze hun verwachtingen, bijvoorbeeld wat betreft de duur van het traject. Daarnaast is het goed om te bespreken hoe het traject eruit gaat zien en eventueel welke coachingstechnieken (tool) de leidinggevende zal hanteren.
Coachen is vooral van toegevoegde waarde bij de ontwikkeling van een werknemer binnen de organisatie of het verbeteren van zijn functioneren. Het is ook nuttig voor werknemers die nieuw in dienst komen of een overstap maken naar een nieuwe functie of andere taken. Coaching kan hen dan helpen om vast te stellen welke competenties ze al hebben om die uitdaging aan te gaan, en aan welke ze nog moeten werken.
Coaching heeft echter geen zin als een werknemer geen invloed heeft op bepaalde problemen of ontwikkelingen, bijvoorbeeld omdat de oorzaak niet ligt bij de werknemer, maar bij andere omstandigheden of zelfs bij de leidinggevende zelf. Is dat het geval, dan zal coaching niets oplossen.
Meer informatie over coaching op het werk vindt u in de toolbox Snel aan de slag met coaching op het werk.