Waarom voelden werknemers zich gediscrimineerd in 2020?

7 mei 2021 | Door redactie

Het College voor de Rechten van de Mens krijgt steeds meer verzoeken om een oordeel over situaties waarin sprake kan zijn van discriminatie. Vaak gaat het om situaties op het werk. Dat blijkt uit de monitor Discriminatiezaken 2020.

Mensen die zich gediscrimineerd voelen, kunnen contact opnemen met het College voor de Rechten van de Mens. Zij kunnen het College daarbij vragen om een officieel oordeel. In de recent gepubliceerde monitor Discriminatiezaken (pdf) is op een rijtje gezet hoeveel en waarover vragen, meldingen en oordeelverzoeken zijn binnengekomen in 2020. Het College geeft aan vorig jaar het hoogste aantal oordeelverzoeken te hebben ontvangen sinds de oprichting. In totaal ging het om 638 verzoeken, waarvan ongeveer de helft over werk ging. Ook waren er meer dan 2.000 vragen en meldingen, vaak over een vermoeden van discriminatie door werkgevers. De toezichthouder ontving in 2020 vooral meer meldingen en verzoeken over de discriminatiegrond ras.

Ongelijke behandeling bij ontslag, werving en beloning

Omdat door de coronacrisis veel zittingen uitgesteld moesten worden, kon het College wel minder oordelen uitspreken dan in voorgaande jaren. In 40% van de gevallen was er daadwerkelijk een verboden onderscheid tussen mensen gemaakt. Meestal troffen de organisaties die zich hieraan schuldig hadden gemaakt, na het (juridisch niet-bindende) oordeel de nodige maatregelen om de discriminatie in de toekomst te voorkomen en/of boden zij bijvoorbeeld hun excuses aan of een schadevergoeding aan de gediscrimineerde persoon. De ongelijke behandeling kwam onder andere voor bij de beëindiging van een arbeidsrelatie, tijdens de werving en selectie van personeel en in het arbeidsvoorwaardenbeleid van werkgevers.

Procentuele verdeling van discriminatiegronden waarover het College moest oordelen in 2020

Handicap of chronische ziekte

26%

Ras

23%

Geslacht

15%

Leeftijd

10%

Nationaliteit

9%

Godsdienst

3%

Politieke overtuiging

2%

Burgerlijke staat

2%

Vaste of tijdelijke arbeidscontracten

1%

Levensovertuiging

1%

Arbeidsduur

1%

Seksuele gerichtheid

1%

Geen gelijke behandelingsgrond

6%