De EU-ministers van Sociale Zaken zijn het eens over de instelling van een Europees Arbeidsagentschap (ELA). Deze naam is verkozen boven de naam ‘Europese Arbeidsautoriteit’. Het agentschap moet onder meer zorgen voor betere samenwerking tussen nationale inspecties, vooral bij grensoverschrijdende arbeid.
Veel werknemers uit de EU werken in een ander EU-land dan waar ze vandaan komen. Niet alle EU-landen hebben dezelfde wet- en regelgeving voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Bedrijven die werknemers uit een ander land in dienst hebben, krijgen vaak geen boete als zij de regels overtreden. De regels voor arbeidstijden, uitbetaling van het minimumloon en het afdragen van premies worden nogal eens ontdoken. Dit is de reden waarom de Europese Commissie had voorgesteld om het ELA in te stellen. Het ELA is te beschouwen als één Europese arbeidsinspectie voor de hele EU.
Naast het zorgen voor betere samenwerking moet het ELA lidstaten ook ondersteunen bij de coördinatie van de sociale zekerheid. Tot het taakgebied van het agentschap hoort eveneens het vrije verkeer van werknemers, de detachering van werknemers en uiterst mobiele diensten.
Het ELA gaat risicoanalyses maken, uitwisseling van gegevens bevorderen en bemiddelen bij conflicten tussen landen. De lidstaten houden zelf de taak om bedrijven tot de orde te roepen die de regels overtreden. In Nederland ligt deze taak bij Inspectie SZW.
De Europese Commissie stelde in maart voor dat er vanaf volgend jaar zo’n 140 man komen te werken bij de nieuwe dienst. Die zou in 2023 op volle kracht moeten draaien met een jaarlijks budget van 50 miljoen euro. De deelname van lidstaten aan de meeste activiteiten is vrijwillig. Waar het agentschap wordt gevestigd, moet nog worden bepaald.
De lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie moeten nog onderhandelen over de uiteindelijke wetstekst. De bevoegde commissie van het parlement stemde vorige maand in met de oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit. PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius zei toen daarin een zwarte lijst voor frauderende bedrijven en een rol voor sociale partners in het bestuur van de organisatie te missen. Vakbond FNV sprak eerder van een ‘tandeloze tijger’.